Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 mei 2025


Den volgenden dag begeven wij ons naar Caraccoli, waar wij den president Nuñez zullen ontmoeten, voor wien de heer de Lesseps mij een aanbevelingsbrief heeft mede gegeven.

Thans trad zekere Vasco Nunez de Balboa te voorschijn en zeide, dat hij op den tocht van De Bastides, dien hij vergezeld had, in de Golf van Uraba eene plaats gezien had, waar veel goud was en waar de inwoners nooit vergiftigde pijlen gebruikten; hij bood zich meteen aan om de Kolonisten derwaarts te voeren.

Ik heb eerder reden, om mij er over te verheugen, dan te beklagen, want als de graaf niet zoo slecht met mij had gehandeld, zou ik nu in zijn dienst zijn in Sicilië en misschien in een onzekere positie. In één woord ik zou niet de vertrouweling zijn van den hertog de Lerme." Nunez was zoo levendig getroffen door die laatste woorden, dat hij de eerste oogenblikken niet kon spreken.

Hij heeft een geestig uiterlijk en schitterende oogen, zoodat men hem voor een knap man zou kunnen houden, maar leest men hem een passage voor uit een mooi boek, dan begrijpt hij er niets van." "Ken je," vroeg ik Nunez, "die twee slechtgekamde heeren, die daar stil in een hoek zitten te praten?" "Neen," antwoordde hij, "hunne gezichten komen mij niet bekend voor.

Alle toehoorders vonden het leelijk en juist aan die algemeene afkeuring heb ik het geluk van mijn leven te danken." Ik was zeer verwonderd den dichter Nunez op deze wijze te hooren spreken. "Maar Fabricius, hoe is het mogelijk, dat de val van je treurspel je zulk een geluk heeft kunnen geven?"

Het is voor mij voldoende, dat don Fabricius u aan mij heeft voorgesteld en voor u instaat." "Ja mijnheer," zei Nunez, "Ik ben stoutmoediger dan Plato, die niet durfde instaan voor een van zijn vrienden, die hij aan Denis, den tiran, zond. Ik vrees niet mij verwijten te berokkenen." Ik bedankte door een buiging mijn vriend, den dichter van Asturië, voor zijn welwillende stoutmoedigheid.

Overigens mijnheer, moet ik u zeggen, dat ik mij zeer verheug in uw voorspoed." "Loop naar den duivel, Nunez, met dat mijnheer spelen. Laat ons familiair zijn als vroeger." Hij antwoordde mij: "Je hebt gelijk, ik moet je niet met andere oogen aanzien, omdat je rijk geworden bent. Maar, om je eerlijk de waarheid te zeggen, was ik eigenlijk verblind geworden door het verhaal van je gelukkig lot.

Nunez stond met een gewichtig gezicht op om mij te ontvangen en riep: "Mijne heeren, daar is de heer de Santillano, die mij met een van zijn bezoeken komt vereeren; bewijst met mij hulde aan den vertrouweling van den eersten minister!" Bij die woorden stonden alle gasten op om mij te begroeten en door de woorden van den gastheer waren ze zeer beleefd.

Santillano bezorgt een betrekking aan Scipio, die naar Nieuw Spanje reist. Mijn secretaris keek niet zonder afgunst naar het geluk van den dichter Nunez. Wel veertien dagen lang sprak hij er mij onophoudelijk van. "Ik bewonder de grillen van Fortuna," zei hij, "die een slecht schrijver met gunsten overlaadt, terwijl ze dikwijls voor goede niets heeft dan armoede.

"Mijnheer de officier," zei ik tot den zoon van Nunez, "daar ik ten minste mijn ring terug heb, zal ik mij over het overige maar troosten. Ik verlang niet, dat men deze vrouw straffen zal, want ik wil den dood van den armen zondaar niet!" "Wat nu?" antwoordde hij, "gij hebt nog medelijden, je zoudt zeker niet deugen voor rechter. Ik zal dan ook kalm mijn opdracht verder vervullen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek