United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het turfstrooisel wordt eerst in stukjes ter grootte van een noot gebroken en daar het kurkdroog is, waardoor het op het water drijft, moet men het eerst 24 uur weeken, daarna tusschen de handen uitwringen en dan met droog zand vermengen. Iedere grondsoort moet met minstens 1/10 zand vermengd worden.

Maar hij zou het zeker noodig oordeelen, in een noot het resultaat neer te leggen van de onderzoekingen, die in den tijd van Lockhart nauwelijks begonnen waren. Het is nu wel zeker, dat Pérez de Hita twee romanceros door elkander werkte, en dat de verzen van het vierde gedeelte van Lockhart's vertaling: »Zij trokken met ontplooide vaandels door Elvira's poort«,

Als ik mijn toekomstig leven doorbreng met Baudelaire te lezen in een koffiehuis, zal ik een natuurlijker leven leiden dan wanneer ik heggen zoû gaan knippen of cacao planten in slijkpoelen. En Route wordt erg overschat. Het is simpel journalisme. Het doet iemand nooit éen noot hooren van de muziek die het beschrijft.

Zoo, wegens de in de Noot blz. 139 gemelde terugtrekkende werking, als wegens den zeer geringen graad der geestontwikkeling der menschen tijdens derzelver geboorte, zouden deze, wanneer zij volwassen zijn, wegens het kleiner zijn van het hunne geestontwikkeling optrekkenden ideaal, op een lageren trap van geestontwikkeling komen, en aldus de graad van ontwikkeling van het genoegen der maatschappij steeds teruggaan . Het is hiermede gelegen als met de grootte van wandelingen, zoo deze, hoe klein ook, inspanning vorderen, en zij noch voor de gezondheid, noch voor het genoegen gedaan worden.

Nu maakte Cyrus Smith een gedeelte van den grond, achter de Schoorsteenen gelijk. Hier plaatste hij eenige takkenbossen en brandhout, en daarop vuurhoudende steenen; daarop overdekte hij het geheel weder met eenige vuursteenen, die vooraf verbrijzeld waren tot op de groote eener noot.

II. 287, alwaar v. Rhyn in 't breede hierover uitweidt, aan Fredegarius geen gezag boven Friesche Schrijvers toekennende. Alting, II. in voc. Austrachia Burdine, Westrachia; Brouwer en Eekhoff, Nasporingen betrekkelijk de Middelzee, bl. 31 noot, 116 en 117, waarin ook de gebrekkigheid van de oude kaarten wordt aangetoond. Bl. 273. Die men een Grietman noemt.

Deszelfs vruchten zyn rond, en groeien aan groote risten of bossen, even als de druiven-trossen: binnen in eiken appel zit een harde noot, die een pit in zig bevat, en met een oranje-kleurig vleesch, ter dikte van een halve duim, en van een alleraangenaamste zuure smaak, omgeven is. Men zamelt deeze nooten zeldzaam op; men wagt, dat de appelen ryp afvallen.

Onder de noot zette ik mij neer en voorzichtig, alsof het een goudklomp was, vatte ik haar aan en dronk haar voor viervijfde leeg. De rest bracht ik uit naastenliefde aan mijn tochtgenoot, die nog iets hooger was gestegen, maar die het eindpunt niet bereikte. Hoe gretig ging ook bij hem dat eene slokje naar binnen.

Van de kokospalmen stonden er nog ongeveer één op de vijftig, en ook daar was niet veel meer van over, terwijl aan niet één boom ook maar een enkele noot was overgebleven. Er was geen zoet water. De ondiepe putten die het doorsijpelende regenwater verzamelden waren vol met zout. Uit de lagune werden nog een paar doordrenkte zakken meel gered.

Op zijn minst knalden vijftien schoten, waaronder het mijne. Te midden van den rook, weerklinkt een kreet! Ik kijk... Het is een boer, wiens rechterwang zich zoo dik vertoonde, alsof hij aan dien kant een noot in den mond had. »Mooi zoo! een ongeluk!" riep Brétignot. »Dat mankeert er nog maar aan!" schreeuwde Duvauchelle.