United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Brétignot, Matifat, Pontcloué, Duvauchelle en al de anderen snorkten nog. Evenals al de onervaren jagers, die vóór den dageraad op weg willen gaan, was ik ongeduldig om, zonder zelfs ontbeten te hebben, in de vlakte op het jachtveld te komen.

»Ja, ik heb geschoten,... net als iedereen." »Welnu, dan is de zaak uitgemaakt!" riep Duvauchelle. »Hoe, uitgemaakt?" vroeg ik. »Ja, jij bent een even onhandig jager als Napoleon I," zei Pontcloué, die het keizerrijk verfoeide. »Ik!" riep ik. »Ik!..." »Niemand anders kan het zijn!" sprak Brétignot gestreng. »Inderdaad, die mijnheer is een gevaarlijk mensch!" meende Matifat.

Ik naderde dan ook zeer voorzichtig, met het geweer, gereed om aan te leggen. Ik hield mijn adem in. Ik voelde mij ontroerd, nog erger ontroerd dan Duvauchelle, Maximon en Brétignot het te samen konden zijn.

Op zijn minst knalden vijftien schoten, waaronder het mijne. Te midden van den rook, weerklinkt een kreet! Ik kijk... Het is een boer, wiens rechterwang zich zoo dik vertoonde, alsof hij aan dien kant een noot in den mond had. »Mooi zoo! een ongeluk!" riep Brétignot. »Dat mankeert er nog maar aan!" schreeuwde Duvauchelle.

»Och, dat is niets!" hernam Duvauchelle, »dat is volstrekt niets!" »Jawel!... jawel!..." zei de boer, die de belangrijkheid van zijn verwonding door een verschrikkelijk leelijk gegrijns meende te moeten onderstreepen. »En wie is zoo onhandig geweest om dien armen drommel te kwetsen?" vroeg Brétignot, wiens uitvorschende blik op mij bleef rusten. »Heb jij niet geschoten?" vroeg mij Maximon.

»Niet schieten! niet schieten!" riep mijn vriend Brétignot, die onbemerkt mij gadesloeg, mij toe. »Waarom niet? Zijn het geen kwartels?" »Neen, het zijn leeuwerikken! Niet schieten!" Ik zal maar onvermeld laten, dat Maximon, Duvauchelle, Pontcloué, Matifat en de twee anderen mij schuinsche blikken toewierpen.