Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


We wisten dat hij driftig was, vreeselijk kon opstuiven, maar waren ook volkomen zeker van zijn goedhartigheid. En dan tel je een klap niet zoo zwaar. Maar 't gebeurde toch ook wel eens, dat we in wrevel en boosheid gingen slapen en 't maar eens zonder gebed waagden. Dan waren we den volgenden morgen blij verrast, dat er niets noodlottigs was gebeurd.

Enkelen maar één. Ik mag je niet zeggen waarom, Basil, maar ik kan nooit meer voor je pozeeren. Er is iets noodlottigs in een portret. Het heeft een leven van zichzelf. Ik zal bij je komen theedrinken, dat is even gezellig. Alleen voor jou, vrees ik, mompelde Hallward met een zucht van spijt. En nu, adieu. Het spijt me, dat ik het portret nog niet eens zien kan. Maar er is niets aan te doen.

Waren deze bevindingen en verhalen meer dan voldoende, om alles wat er vreemds en noodlottigs in de buurt voorviel, aan den boozen invloed van den vreemdeling toe te schrijven, de eigenschappen van zijne dochter, die ik behoef het wel niet te zeggen de zangster was, welker lied jonker Allard zoo had bekoord, droegen niet weinig bij, om de vrees, die men voor den bewoner van het »steenen huis" had, te vermeerderen.

Dat is voorzichtig, in het geval dat een rukwind onverwacht in de zeilen viel. Maar Dick Sand meende zich van deze voorzorg te kunnen onthouden. De toestand der atmosfeer deed niets noodlottigs voorzien en daarenboven had Dick Sand besloten dezen eersten nacht op het dek door te brengen en het oog over alles te houden.

Hij vatte al zijn moed samen, zeggende: „Nu, dan zal ik u alles vertellen, wat mij op den avond van Hemelvaartsdag voor noodlottigs overkomen is en dan kunt u zeggen en doen en geheel over mij denken, wat u wilt.”

In het van ondervoeding grauwe gezicht, stonden de met diepe wallen blauw-omkringde oogen, opengesperd van ontzetting. Elizabeth, die uit den angstigen uitroep begreep, dat ze moest zijn geschrokken van Pierrot's macaber-wit gezicht, zeker in verband gebracht met iets noodlottigs uit het eigen leven, stelde gerust: "het was niets; niets dan een pop waarvan ze waarschijnlijk zoo geschrokken was."

Tot nu toe is de mensch in zekere mate de slaaf der machine geweest, en daar is iets noodlottigs in het feit, dat, zoodra de mensch een machine had uitgevonden om zijn werk te doen, hij zelf begon gebrek te lijden. Dit is echter een natuurlijk gevolg van ons eigendomssysteem en ons concurrentiesysteem. Eén mensch bezit een machine die het werk doet van vijfhonderd andere menschen.

Zij verstond de kunst in de gelaatstrekken der hovelingen te lezen, en die van den poortwachter hadden haar al dadelijk doen zien, dat er in hare afwezigheid iets noodlottigs was gebeurd.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek