Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 oktober 2025
Over de derde zaak dacht de donna weer na, maar daar zij zeer schrander was en Amor het haar nog meer maakte, had zij gepeinsd, dat er een middel moest zijn. Nicostratus had twee kinderen, door hun vaders hem toevertrouwd, opdat zij als edellieden manieren leerden. De een sneed voor, als Nicostratus at en de andere schonk hem in.
Toen sprak Nicostratus: Als het u zoo voorkomt, stuur dan zonder uitstel naar een tandarts. De donna ging verder: Dat het God niet behage, dat hiervoor een tandmeester komt; zonder dokter kan ik hem best er uit krijgen. En de tandmeesters zijn zoo wreed, dat mijn hart niet zou dulden u in handen van zoo iemand te zien.
Ze liet hem door haar kamervrouw zeggen, dat hij spoedig ten volle zou verkrijgen, wat hij gevraagd had. En bovendien, omdat hij Nicostratus voor zoo slim hield, liet zij hem weten, dat zij zich in tegenwoordigheid van Nicostratus met Pyrrhus zou bevredigen en aan Nicostratus zou doen gelooven, dat het niet waar was.
Nicostratus was zeer verwonderd en zeide: Pyrrhus, ik geloof heusch, dat gij droomt. Pyrrhus antwoordde: Mijnheer, ik droom in 't geheel niet en gij evenmin; gij beweegt u zóó, dat, als die perenboom het zou doen, er geen peer aan zou blijven zitten. Toen sprak de donna: Zou het waar kunnen zijn, wat hij beweert te zien?
Nicostratus, wien het waar scheen, dat zij zich nooit voor zijn oogen tot zoo iets lieten voeren, sprak niet meer, staakte de verwijten en begon over het wonder te spreken.
In Argon, die zeer oude stad van Griekenland, door zijn vroegere koningen eer beroemd dan groot, leefde vroeger een man, Nicostratus aan wien, reeds de ouderdom nabij, de fortuin een voorname vrouw schonk, edel, hartstochtelijk en schoon. Hij had veel bedienden, honden en vogels en had een groot genoegen in de jacht.
Onder de bedienden had hij een aardig, welgemaakt en knap jonkman en buitengewoon bijdehand, Pyrrhus genaamd. Nicostratus mocht hem boven anderen lijden en vertrouwde hem meer dan wie ook. Lydia werd op hem zeer verliefd, zoodat zij dag noch nacht nergens dan met hem in gedachten was.
Gij ruikt erg uit uw mond; ik weet niet, wat er de oorzaak van is, daar dit vroeger niet zoo was en daar gij met edellieden moet omgaan, moet men dit verhelpen. Toen antwoordde Nicostratus: Wat zou dat kunnen zijn! Zou ik een aangestoken tand hebben? Lydia hernam: Misschien wel.
Pyrrhus antwoordde: Nicostratus, nu beken ik werkelijk, dat ik, gelijk ik zooeven zeide, verkeerd heb gezien, toen ik in den perenboom zat, want ik weet nu, dat gij verkeerd hebt gezien.
Lydia, de vrouw van Nicostratus, bemint Pyrrhus. Deze om haar te gelooven, vraagt haar drie dingen, die zij alle drie doet, en behalve dat bevredigt zij zich met hem in tegewoordigheid van Nicostratus en doet hem gelooven, dat het niet waar is, wat hij gezien heeft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek