Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 oktober 2025
Het manuscript van dit verhaal, uit de negentiende dynastie, werd, in Italië, door Mevrouw Elizabeth d'Orbiney gekocht en wordt de d'Orbiney Papyrus genoemd. In 1857 kwam het in bezit van het Britsch Museum en werd gecopieerd. Herhaalde malen is het vertaald. Het manuscript bestaat uit negentien pagina's, ieder van tien regels, terwijl de vijf eerste vrij gescheurd zijn.
"Jongens," schreeuwde de officier, naar buiten tredend tot de soldaten; "er zijn er acht; je kunt dus nog elf van die psalmenbalkers binnenlaten; meer niet, hoor je!" "Mijnheer!" waagde Heining te zeggen, "als ik het wel heb mogen er negentien menschen komen, en rekenen de bewoners van het huis niet mee." "Houd je bek! Er komen er zooveel en zoo weinig als ik wil! Elf, hoor jongens!
"O, het roode buis, de kogel aan den voet, een plank om op te slapen, hitte, koude, arbeid, het roeien, de stokslagen, de dubbele keten voor niets, het cachot voor een woord, zelfs de ketens, als men ziek te bed ligt. De honden, de honden zijn gelukkiger! negentien jaar! ik ben zesenveertig jaar oud. En nu de gele pas!" "Ja," hernam de bisschop, "gij komt uit een treurige plaats. Maar luister!
"Ja! met eene westelijke afwijking van negentien graad en twee en veertig minuten, juist als op aarde. Met zijne helling heeft iets bijzonders plaats, dat ik met de uiterste zorg heb waargenomen." "En dat is?" "Dat de naald, in plaats van naar de pool te hellen, zooals zij op het noordelijk halfrond doet, integendeel rijst."
En in welken toestand bevonden zich de bewoners van de kraal op dat oogenblik? De ingenieur was op 11 November vertrokken en nu was het den 29sten. Negentien dagen lang had Nab dus geen ander bericht gehad, dan dat hetwelk hem door Top gebracht was. Ayrton verdwenen, Harbert ernstig gewond, de ingenieur, de reporter en de zeeman, als het ware in de kraal gevangen!
Hij stond op, stapte een paar malen de kamer op en neer, en sprak, half tot mij, half tot zichzelven: »Het heugt mij nog heel goed hoe de menschen hier in de stad over het geval redeneerden. 't Is nu laat eens zien .... vijftien, zeventien, negentien jaren geleden. Juist was ik met kerstvacantie naar huis gekomen.
Hij voelde zich verlaten alsof hij gansch alleen was op de wereld; en in die absolute eenzaamheid koesterde hij een soort bittere troost: de triestige berusting van hem wien geen geluk meer wacht op aarde. Hij was negentien jaar oud en voelde in zich de ontgoochelde levensmoeheid van een grijsaard.
De jeugdige verliefdheid van een jongen van negentien had hem natuurlijk verblind voor alles, behalve haar schoonheid en haar oppervlakkige goedhartigheid; maar de vier volgende jaren, jaren die, bij redelijk gebruik, zooveel bijdragen tot de vorming van het begrip, moesten zijn oogen hebben geopend voor de leemten in hare opvoeding; terwijl zij in dat zelfde tijdsverloop door het samenzijn met personen van geringe ontwikkeling en het najagen van luchthartig vermaak, misschien den eenvoud had verloren, die eertijds hare schoonheid meerdere bekoring kon hebben verleend.
Zij bleef dus opgesloten in een donkere cel, met zware ketens aan handen en aan voeten en werd dag en nacht bewaakt door Engelsche voetknechten. Dit laatste vooral is mogelijk wel een van de wreedste en meest verfijnde martelingen geweest, die men dit jonge meisje van negentien jaar heeft doen ondergaan.
Het onbesuisd optreden van Jack had veel tot de vermeestering er van bijgedragen, zoodat kapitein Wilson en meneer Sawbridge, die beiden bevorderd werden, de een tot postkapitein, de ander tot kommandant, dit eigenlijk aan Jack te danken hadden. De Harpij had aan dooden en gewonden negentien man verloren en de Spaansche korvet zeven en veertig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek