Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 oktober 2025


Ik luisterde aandachtig toe, en toen 't uit was, vroeg ik hem of hy 't boek bezat, waarin het ding stond, dat hy daar zoo-even had opgedeund. Hy zei ja, en bracht het my. Het was een deeltje der werken van zekeren Heine.

Zie, ik ben geen man van de hedendaagsche Waereld, maar een brief van zulke vrouwen, wel, dat is een tractement voor my. Den ouden Heer Edeling ken ik van voor vele jaren. 't Is een eerlyke knorrepot, een braaf man, een man, daar men op af kan, maar de lastigste mensch, dien ik ook al ken.

'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water 'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten, zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten.

My vervolgens myne zwakheid verwytende, van naar iets van dien aart niet te durven naderen, en te onderzoeken, welke de reden van een dergelyk verschynsel wezen mogt, bespeurde ik zulks zeer schielyk door het vliegen van een Giervogel, die zig op dit hoofd kwam nederzetten, als wilde hy my een dergelyken buit betwisten.

Hy liep in 't kiezen voor my van die betrekking, alweer aan de leiband van de buitenzorgsche kommiezery, die er waarachtig groot belang by had dat ik niet aan 't woord kwam. Het was 'n uitgemaakte zaak dat ik te Ngawi moest "vallen."

Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA, van JOANNA, die niet meer in leven is! In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY eenen brief, die my het hart doorboorde.

De eerste reis te water, en daarby toevallige kustontdekking, was by eenen veel onwetender staat van het menschdom toch niet verloren; en ik verbeeld my niet, dat deze luchtreis en planeetaandoening het zou moeten zijn. Ten minste heb ik haar, voor zoo veel het van my afhing, niet onnut willen maken, en dit is al wat ik vermag.

Zy verwittigden my, dat myne beminnelyke JOANNA en myn zoon ter myner beschikking waren, voor de somme van twee duizend gulden, die, met de bykomende onkosten, byna twee honderd ponden sterling zouden uitmaken, dog welke ik buiten staat was op dit oogenblik te kunnen betaalen.

Intusschen, het ontbreekt my in geen der andere oorden, in Belgenland zoo min als in Noord-Nederland, aan vrienden en bekenden die my geerne de behulpsame hand boden, door my adresboeken, plaatselike nieusbladen, ambtelike lijsten, enz. uit hunne streken te doen toekomen, als zoo vele mild floeiende bronnen ter verzameling van byzondere namen.

Ik moet echter niet vergeeten eene zonderlinge omstandigheid te verhaalen, hier in bestaande, dat men my, schoon in gevangenis gesteld zynde, tot nader orde myne wapens liet behouden. Den 24sten vertrokken wy des morgens vroeg, en namen den weg ten zuiden en zuidwesten. In deeze laatstgemelde richting gingen wy voorby Pinnenburg, een verlaten gehucht der muitelingen, waar van ik gesproken heb.

Woord Van De Dag

gruwelen

Anderen Op Zoek