Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Boven de wilde rozen uit stonden eenige dennen, den rozestruiken plaats inruimende laag bij hun stammen, maar van uit de hoogte schaduw leggende over het rad en een gedeelte van den molen. Daardoor kon men in het dal het molenrad niet zien; alleen hooren. Eentonig suisde het weg door het dal, als het geluid van een watervalletje dichtbij gevende.

Ze nam afgevallen rozeblaadjes in haar hand, en gooide ze in de beek, doende alsof ze hem niet zag. Het sprookjesboek hield ze vast; en af en toe dwaalden haar groot-open vraag-oogen naar den prins, die de zijne nog altijd half dicht hield en zich niet bewoog. En het molenrad achter de rozen zong, en weefde zilveren waden, en het meisje vond dit alles heel natuurlijk, dat het zoo was.

Al een heele poos had hij daar gelegen, gelokt door 't vredige geruisch van 't molenrad, eerst niets hoorende dan dat. Toen, als iets wonderlijks, het stemmetje, vol gevoel, vertellende. Hij had niet durven kijken, niet precies kunnen nagaan, waar het stemmetje vandaan kwam, tot opeens de rozenstruiken opzij bogen, en het blonde meisje omlijstten, dat hem nog altijd aanzag.

De jonge man stond nog even bij 't molenrad, en ging toen over de steenen brug het dal in, langs het beekje, dat heengleed als gisteren, en als eergisteren, zooals het nu nog heenglijdt, langs de groene oevers, langs de zingende bosschen. Nog een paar malen kwam het blonde meisje bij 't zwarte molenrad; maar moe en dof zagen haar oogen 't wemelend gewentel aan.

De stille, bleeke vrouw, die in den molen woonde, hield het op den arm; en het had op haar hoofdje een wit mutsje, waaruit rond het kopje keek, met de groote blauwe vraag-oogen, en het kleine, roode mondje, nog niet vast gesloten. Het stak de armpjes uit naar het molenrad, kraaiende van pret om het zilveren gewar dat het zwarte rad omwoelde.

Toen hij op het kind toesnelde, hoorde hij zacht kermen in de gewelven van den toren en toen hij ontzet naar binnen vloog, vond hij zijn vrouw op den grond uitgestrekt liggen. Een bleeke man is in den molen van Wisperbach weergekeerd. Drie dagen daarna heeft het molenrad stil gestaan. Op het Lorcher kerkhof heeft men toen de vrouw van den Wispermolenaar aan de aarde toevertrouwd.

Verderop, naast de beek, die zich als een zilveren lijn tusschen het donkere groen kronkelde, zag ik het kanaal dat tot afleiding van het water diende en dat ik met zooveel moeite gegraven had om mijn molenrad, dat ik zelf had gemaakt, in beweging te brengen; helaas! het had, ondanks al mijn werk, nooit willen draaien.

Met het blonde hoofdje aan den boom geleund, luisterde ze toe, licht in haar oogen, glans op haar zacht-bleek gezicht. Later vertelde zij hardop het beekje mooie verhaaltjes, die ze zelf verzon, van prinsen, prinsessen, elfen en kabouters. Ze zei tegen het beekje, dat kleine aardmannetjes het molenrad draaiden. Toen werd het beekje boos, omdat het wel beter wist.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek