United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch men zocht den aanklager en vond hem niet. Moge hij zijn loon hebben ontvangen! Mirjam, sage uit den Achterhoek Het was in den jare veertien honderd negen en dertig, dat er Groote Sterfte over de menschheid kwam, en de taak van den Dood niet wilde eindigen. Zwart waren Zijn knokels.

"Eene Joodsche tooveres!" riep Albert Malvoisin; "alle goede engelen mogen ons daarvoor bewaren!" "Ja, broeder, eene Joodsche tooveres! Durft gij ontkennen, dat deze Rebekka, de dochter van dien ellendigen woekeraar, Izaäk van York, en de leerling dier schandelijke heks Mirjam, thans, het is schande daarvan te spreken en er aan te denken! binnen deze uwe Preceptorij gehuisvest is?"

Hij zag Machteld, en zijn moeder vroeg hem, of hij niet wist, dat zij de rijkste en schoonste was van Brabants jonkvrouwen. En ziet! haar rijkdom bekoorde hem. Te mogen rossen en brassen, iederen dag weder, uit de eeuwige schat. Hij stelde het zich al voor, zonder gedachte, met zinnelijken blik, hoe hij de fraaist-gekleede ridder zijn zou ver in den contrije, en hoe hij Mirjam zou blijven bekoren.

"Mirjam!" lachte de jonge ridder lichtzinnig, "kom met je vader, den ouden Jood, bij me wonen. Zijn gezicht alleen is wel in staat, om de bron te vergiftigen, maar zoolang jij bij me bent, vrees ik dit gevaar niet." De Zwarte Dood reed langs 't zonnig riviertje de Berkel, en de Groote Sterfte hield aan.

Hij kwam in 't stedeke Borkuloo, Zijn paard zag men in Lochem en Zutphen, en het spoor van den hoef langs de wegen van den IJsel. T'elken avond was hij weder in Ruurloo, en men ontdekte Hem, den stillen, eenzamen ruiter, bij de brug van het kasteel, zijn handen tot vuisten ballend, om de grens, die Hem werd gesteld. De ridder lachte, sloot Mirjam in zijn armen en kuste haar den rooden mond.

Weest gezegend, onze vaderen, dienstknechten Gods, die het verbond bewaarden! Gij zijt de leidslieden der menschheid, gij staat aan de spits, en al ware iedere Romein een Cesar, gij zult die plaats niet verliezen! Juda was diep bewogen. Ga voort, bid ik u! riep hij. Het is mij, als hoor ik het geluid van trommelen en reien. Ik wacht op Mirjam en de vrouwen, die haar volgden. Goed, mijn zoon.

"Daar schuilt meer achter dan ge wel denkt, Koenraad; uwe eenvoudigheid kan dezen afgrond van goddeloosheid niet peilen. Deze Rebekka van York was eene leerlinge van Mirjam, van wie ge hebt hooren spreken. Ge zult zien; de Jood zelf zal het bekennen." Voorts zich tot Izaäk wendende, zei hij luide: "Uw dochter is dus de gevangene van Brian De Bois-Guilbert?"

Het was het lot van Mirjam geweest, om als slachtoffer van de dweepzucht dier tijden te vallen; maar hare geheimen hadden haar in de persoon harer begaafde leerling overleefd. Rebekka, dus met kunde en schoonheid bedeeld, werd algemeen geëerd en bewonderd door haar eigen stam, welke haar bijna beschouwde als eene dier bevoorrechte vrouwen, die in de Heilige Schrift vermeld worden.

Maar, broeder, keer tot mij terug, als tot het huis van uw vader, en breng bericht, hoe het u gegaan is; en ik hoop, dat ge Rebekka mede zult brengen, de leerling der wijze Mirjam, wier genezingen de Heidenen lasterden, alsof ze het werk des Satans waren." Izaäk zei zijn vriend vaarwel, en na omtrent een uur gereden te hebben, kwam hij vóór de Preceptorij van Templestowe.

"Uwe dochter werkt dus," ging hij voort tegen den Jood, "door woorden, zegels, amuletten en andere kabbalistische geheimen?" "Neen, eerwaarde en dappere ridder," antwoordde Izaäk, "maar hoofdzakelijk door een balsem van wonderdadige kracht." "Van wien heeft ze dit geheim?" vroeg Beaumanoir. "Het werd haar geopenbaard door Mirjam, eene wijze vrouw uit onzen stam," antwoordde Izaäk aarzelende.