Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


Ge moet denken, het zijn de Strijd-mieren, die wij gaan aanvallen, wij gaan hun geslacht uitroeien en dat is een zeer goed werk. 'Zijt gij dan geen Strijd-mieren? 'Zeker niet! Wat denkt ge wel? Wij zijn Vrede-mieren. 'Wat beteekent dat dan? 'Weet ge dat niet? Dat zal ik u uitleggen. Eens waren alle mieren voortdurend aan 't vechten, geen dag ging er om zonder groote slachtingen.

Dat gaf eene groote verwarring; de voorsten werden gedood of gekwetst; de daarop volgenden wilden terugtrekken, doch werden daarin belemmerd door den ontzettenden sleep, dien zij achter zich hadden. Door de overmacht gedwongen, drongen zij weder voorwaarts. Maar intusschen had de kapitein eene nieuwe slang van kruit gevormd, en voor de tweede maal werden de mieren door het vuur overvallen.

Die waardevolle berg bestaat geheel uit mineralen, en reeds sinds eeuwen zijn de menschelijke mieren op zijn flanken aan het graven en wroeten, knagen den berg methodisch af, en zoo de menschheid, zooals waarschijnlijk is, voortgaat ijzer noodig te hebben, zal de berg ten slotte geheel zijn opgebruikt.

Als het bij een Mieren- of Termieten-woning komt, besnuffelt het deze eerst zorgvuldig aan alle zijden, en tijgt dan aan den arbeid: het wroet in den grond, totdat het de belangrijkste afdeeling van het nest of althans een hoofdverkeersweg van de Insecten bereikt heeft.

Den eersten dag van onzen tocht zagen wy niets merkwaardigs, dan een groot aantal mieren van ten minsten een duim lengte, en volmaakt zwart. De insecten van dit zoort ontbladeren een boom in zeer korten tyd; zy snyden dezelven in kleine stukjens ter groote van een zes stuivers stuk, om ze onder den grond met zig te voeren.

Gelukkig had hij, toen hij nog jong was, de mierentaal heel goed geleerd; hij bedacht zich niet lang, maar sprak een baas van het troepje vriendelijk aan en vroeg hem om hulp. De mieren waren heel blij en zetten vroolijke gezichten, omdat ze hem nu helpen konden en op bevel van het opperhoofd gingen ze met hun allen op den klomp goud af.

Eindelijk vonden zij een oude mier, die was aangesteld om de bladluisjes, waarvan de mieren den honingdauw trekken, te bewaken. Daar zijn kudde erg rustig was, kon hij zich wel een poosje met de vreemdelingen bemoeien en hun het groote nest laten zien. Het was aan den voet van een ouden boomstam aangelegd, zeer groot en honderden gangen en kamertjes rijk.

Op de graven van vrouwen stond de houten vijzel met den zwaren stamper tot het fijnstooten van graan. Dat het toekomstige leven op het tegenwoordige zou gelijken, schijnt men hier niet aan te nemen; doch bij verscheiden graven was een banaanboom geplant, alsof diens vrucht nog te pas zou kunnen komen. Droogte en mieren.

De waarneming der gewoonten, de ontleding der willekeurige handelingen en van de gevoelsuitingen der apen, der honden, mieren, katten, olifanten, bijen enz. toonen onwederlegbaar aan, dat naast en boven het erfelijk instinkt de ziel der dieren begaafd is met al de eigenschappen, waarop zich de menschelijke ziel verhoovaardigt, hoewel dan ook gewoonlijk in mindere mate.

En daar de bijen grondstof van ideale spanning bij de hand hebben en een geschikte hangbalk, laten zij om dezelfde reden wijselijk hun zwaargeladen raten van het dak afhangen, in plaats van ze op te zetten zooals sommige mieren doen bij hun bouw.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek