United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ontwaarde Mevena, terzijde kijkende, de gestalte van Walid die met zijn gele muts en gekruiste armen bij een wagen stond, even zag zij het wit zijner oogen naar haar gericht zij schrikte en beefde.

De gebroeders spraken onophoudelijk tot Mevena dien dag en volgden haar waar zij ging; zij gaven haar allerlei ernstigen raad toen zij alleen met haar waren aan het eten en vroegen haar herhaaldelijk toch bij hen terug te komen. Tamalone kwam laat thuis; hij droeg korte kleederen als een krijgsman, gespoorde laarzen, een nieuw zwaard aan zijn zij en een muts met een pluim.

Tamalone, die bespeurde, dat hij haar lang aan kon zien wanneer zij in vroolijkheid gemeenzaam was, praatte aanhoudend en bij zijn gemoedelijke verhalen begon zij te zien, dat hij veel beminnelijker was dan zij te voren dacht. De naam van Rogier werd dien dag niet genoemd. Zij stegen zeer vermoeid bij een groen korenveld af, waar Mevena ging liggen in een paadje tusschen twee akkers.

De oolijke Baldo vedelde 's avonds weêr, de gebroeders zongen hun eenvoudige liedjes en Tamalone deed verhalen uit ouden tijd. Maar Mevena lachte niet meer zooals voorheen, haar gelaat was dikwijls vermoeid en zij scheen altoos te luisteren of zij boven haar kind ook hoorde. En zij werd stiller toen zij niet meer uit kon gaan.

En haar naar huis geleidende had hij haar gerustgesteld, daar hij wel begreep waarom zij zoo geschrokken was. Later was hij dikwijls in het huis van Lugina geweest, dien hij al jaren kende. Op een dag had Mevena haar vader en broeders hooren zweren, dat zij zich zouden wreken; zij had toen schreiend den monnik nageloopen in de straat en hem gesmeekt een boodschap te brengen.

Het voetpad werd bochtig en rees weder en daalde over heuveltjes van dicht wingerdloof, naar een boschje waar zij schimmig de stammen der boomen bespeurden in de tinteling van duisternis. Mevena wendde haar hoofd weêr om, zij stonden stil en zagen aan de schemerwolkige lucht den top des heuvels waar de stad was.

Hij bedacht, dat hij zich geen vijanden kon maken onder de bondgenooten van den keizer, Romano zou de eerste zijn dien hij te duchten zou hebben. En toen deze overweging hem duidelijk werd was het ongeduld naar Mevena gevlucht, zijn verbeelding was koel en verbleekt, slechts een flauwe ontevredenheid bleef in zijn gemoed.

Thuis dien avond bij het licht der koperen lampjes was er weder geluid van liederen; Baldo sprak over het onrecht waarmede de groote heeren regeerden en Tamalone deed een schoon verhaal van ridders en lieflijke vrouwen terwijl Mevena met groote oogen, haar gelaat in haar handen voorover geleund, en de brave mannen rustig ademend luisterden. De dagen vloden heen, de winter was gekomen.

Tamalone wist wie het was, hij herinnerde zich zonderling Mevena, die eenzaam heen was gegaan in den avond. Hij trad langzaam nader en de ander richtte zijn hoofd op. "Wie is daar?" vroeg Rogier. "Ik ben het." En de monnik naderde nog meer. Maar de ander stond op, met de hand in zijn gordel. Toen, met een diep geluid, sprong Tamalone op hem toe, zij worstelden en vielen op den grond.

Toen, dicht in zijn pij gehuld, zette hij zich in de donkere struiken en dacht aan Mevena, aan haar met de ernstige oogen die voor altijd ongelukkig zou zijn, die hij nochtans niet weêr zou zien. En hij was het zelf geweest, die haar ontvoerd had, die haar gebracht had waar haar ongeluk begon... hoe was het ook weêr gebeurd?