United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voor drie kwart is Cuba omringd door een zeer ondiepe zee, tot op vijfentwintig, of zelfs vijftig kilometer van de kust. Rondom het groote eiland liggen dan ook een buitengewoon groot aantal kleinere; in 't geheel ongeveer 950; waarvan 230 tegenover het midden der kust aan de noordzijde liggen. Vier daarvan, Romano, Coco, Turiguano en Guajaba zijn zeer langgerekt van vorm.

Deze leerlingen, waaronder kunstenaars als Giulio Romano, Giovanni da Udine, Pierino del Vaga, Francesco Penni, die zelf uitnemende meesters en hoofden van scholen zijn geworden, waren zeer talrijk: Vasari verzekert ons, dat Raphaël door een stoet van vijftig leerlingen omringd was.

Zij beschouwen haar als een soort schrikkelijken middeleeuwschen hartstocht, en denken haar verbonden met mannen als Eccelino da Romano en zijnsgelijken, wien het doordacht pijnigen van anderen een feilen roes van genot gaf. Maar menschen van het allooi van Eccelino zijn enkel abnormale typen van een verdorven individualisme. De alledaagsche wreedheid is eenvoudig stompzinnigheid.

Hij kreeg geen antwoord, maar weken later kwam er een boodschapper van den heer van Romano, zijn gevreesden verwant, die in een bondigen brief hem gebood de dochter van Lugina heen te zenden.

Doch het contrast wordt hier nog scherper, omdat dit gedeelte der schilderij na Raphaëls dood door Giulio Romano afgewerkt in een geheel anderen geest, onder den invloed van geheel andere denkbeelden, is geschilderd.

Maar Rogier kon immers met haar niet trouwen, tenzij hij in het verbond der pauselijke edelen ging en niet in Siremonte wilde wonen, in het gebied van den heer van Romano, die meer geducht was in 't land dan de keizer zelf.

Het is hoogst moeilijk met juistheid te bepalen, wie de vervaardigers der verschillende fresko's zijn: Giulio Romano, Penni, Pellegrino da Modena en Pierino del Vaga zijn wel de voornaamste medearbeiders van den meester geweest; vooral de eerste, van wien eenige der beste stukken afkomstig zijn.

De keizer, verbitterd door de verraderlijkheid zijns tegenstanders, had besloten een grooten veldtocht te gaan en ontbood al zijn aanvoerders; Romano, Dovera en Pelavicino vochten zich met geweld reeds een doortocht in 't noorden. Rogier, met een blos van verrassing, bleef lang verdiept in den uitvoerigen brief, terwijl de anderen, en op eenigen afstand de jonge vrouw, aandachtig hem gadesloegen.

Hij wist wel, dat hij niet anders doen kon dan den keizer en vooral messer Romano verzoeken, nederig verzoeken, dat hij haar tot vrouw mocht nemen. Maar Romano was een vreeselijk man, die nog kort geleden velen van hun eigen geslacht had veroordeeld wegens hun ongehoorzaamheid. In zijn twijfel en beslommering nam hij den machtigen heer van Lancia in zijn vertrouwen.

Hij bedacht, dat hij zich geen vijanden kon maken onder de bondgenooten van den keizer, Romano zou de eerste zijn dien hij te duchten zou hebben. En toen deze overweging hem duidelijk werd was het ongeduld naar Mevena gevlucht, zijn verbeelding was koel en verbleekt, slechts een flauwe ontevredenheid bleef in zijn gemoed.