Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Toen Mevrouw Jennings haar op een avond te Barton Park dringend vroeg om toch eens te vertellen, welke jonge man bij Elinor het hoogst stond aangeschreven, iets, waarnaar zij reeds lang fel nieuwsgierig was, keek Margaret haar zuster eens aan en zei: "Ik mag het zeker niet vertellen; of wèl, Elinor?" Daarom moest natuurlijk iedereen lachen, en Elinor lachte zoogoed mogelijk mee.

Van dat oogenblik af stond het voor haar vast, dat zij in stilte verloofd waren, en die overtuiging wekte in haar geene andere reden tot verwondering, dan deze, dat zulk een openhartig paar de ontdekking van het geheim, door haar, of wie ook van hun vrienden, aan het toeval overliet. Den volgenden dag vertelde Margaret haar iets, dat de zaak in een nog helderder daglicht plaatste.

Hier werden zij gestoord door Margaret, die binnenkwam; en Elinor had thans gelegenheid, na te denken over haar moeder's opvattingen; te erkennen dat vele van haar vermoedens gegrond schenen, en te hopen, dat alle zouden bewaarheid worden. Zij zagen Marianne niet eer het tijd was om te eten, en zij zonder een woord te zeggen de kamer binnenkwam en aan tafel ging zitten.

De vroolijkheid van 't gezelschap werd hierdoor nog verhoogd, en Margaret werd dringend verzocht, nog iets meer los te laten. "Och toe, Margaret, vertel het ons nu maar," zei Mevrouw Jennings. "Hoe heet die mijnheer?" "Ik mag 't niet zeggen, mevrouw. Maar ik weet het wèl; en waar hij is, dat weet ik ook." "Ja, dat kunnen we wel raden, in zijn eigen huis, te Norland, natuurlijk.

Elinor moest zich midden in haar verhaal omkeeren om het overige gezelschap te ontvangen; Lady Middleton stelde de beide vreemden voor; Mevrouw Dashwood en Margaret kwamen meteen beneden, en allen gingen zitten om elkaar eens op te nemen, terwijl Mevrouw Jennings met haar verhaal voortging, onder de wandeling door de gang naar de zitkamer, ditmaal tegen Sir John.

De schrik over Kolonel Brandon's komst te Barton was voor Mevrouw Dashwood verzacht door haar eigen reeds lang gekoesterde bezorgdheid; want zij was zoo ongerust over Marianne, dat zij reeds besloten had, dien zelfden dag naar Cleveland te vertrekken, zonder nader bericht af te wachten; en zij had haar reis reeds zoover voorbereid, eer hij kwam, dat zij juist op dat oogenblik de Carey's verwachtte, die Margaret zouden komen afhalen, daar hare moeder haar niet aan eene mogelijke besmetting wilde blootstellen.

Maar het kostte haar moeite. Zij wist maar al te goed, dat Margaret iemand op het oog had, wiens naam zij niet kon verdragen van nu af aan geregeld te moeten hooren, als Mevrouw Jennings met haar grappen begon.

Marianne had reeds laten zeggen, dat zij niets meer wilde gebruiken; Mevrouw Dashwood en Elinor waren ook hun eetlust kwijt, en Margaret mocht nog van geluk spreken, dat zij, ondanks al de onrust, die hare zusters in den laatsten tijd hadden uitgestaan, ondanks zooveel reden tot nalatigheid op het punt van geregelde maaltijden, nog nooit te voren haar middagmaal had moeten missen.

De hooge heuvelhellingen, die hen van uit elk venster van hun huisje schenen uit te noodigen, om het verrukkelijk genot te smaken van de zuivere lucht op hunne toppen, vormden een aangename afwisseling, wanneer het in de dalen daarbeneden te modderig was, om van hunne grootere schoonheden te genieten, en naar een dier heuvels richtten Marianne en Margaret op een gedenkwaardigen morgen hare schreden, verlokt door een glimp van zonneschijn in een buiïge lucht, en niet langer bij machte, de strikte opsluiting te verdragen, waartoe de aanhoudende regen van de twee vorige dagen hen had veroordeeld.

"Ik vind het een uitmuntend plan," riep zij; "het is juist naar mijn zin. 't Zal voor Margaret en mij even goed zijn als voor jelui. Als de Middletons dan ook weg zijn, kunnen we ons zoo rustig en gezellig bezighouden met onze boeken en muziek! Als je dan terugkomt, zul je Margaret zoo vooruitgegaan vinden!

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek