Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Nu en dan liet de man met welgevallen zijnen blik rusten op het landschap en geleek dan wel iemand, die blij is eene streek weder te zien, die hij vóór lange jaren verliet; zulks was hier het geval. Marcus Liberius Victor, zoo heette de reiziger, werd geboren in de omstreken van Aarlen, waar hij tot een frisschen jongeling opgroeide.
Wat dat voor boeken waren, weet ik niet meer: maar romans waren 't niet, en dit alleen weet ik, dat de Marcus Aurelius van den ouden baljuw er bij behoorde; want dien moest ik heen en weêr brengen.
Gedurende het feestmaal, dat pas enkele uren geleden was afgeloopen, was haar weder duidelijk en helder voor den geest gekomen wat Marcus Antonius in den glanstijd van haar leven voor haar was geweest, wat zij elkander hadden geschonken en wat de een van den ander had ontvangen.
TITUS. Ik weet niet, Marcus, maar ik weet, zij is 't, Door list of hoe, dit moog' de hemel weten. Moet zij den man niet dankbaar zijn, die haar Zoo verre bracht naar hier tot zulk een heil? Ja, en zij zal wis vorst'lijk hem beloonen. SATURNINUS. Zoo, Bassianus, hebt ge uw prijs erlangd; God geve u vreugd, man, met uw eed'le bruid. BASSIANUS. En u met de uwe, vorst!
Hij wist dat Octavianus oostelijk van Alexandrië bij het Hippodroom gelegerd was. Ook van het Slangeneiland af had men in de witte verhevenheden die daar gekomen waren, de tenten kunnen onderscheiden. 's Namiddags was Pyrrhus teruggekomen met de tijding dat de ruiterij van Octavianus door die van Marcus Antonius was verslagen.
En zij ging naar de boekenkast van mijnheer den baljuw en kreeg er een boek uit, zeggende: "Daar, Weber, lees in je boek!" Dat was nu het boek van Marcus Aurelius. Daaruit las de baljuw een kapittel, als hij zich boos gemaakt had, en zoo 't heel erg geweest was, twee.
Ten bewijze daarvan vereerde zij aan de bibliotheek van het Museum de tweehonderd duizend boekdeelen die uit Pergamus afkomstig waren, een der schoonste geschenken waarmede Marcus Antonius haar ooit had verrast, en die zij tot nu toe aan hunne boekerij slechts in bruikleen had afgestaan.
Doe dit om mijnentwil; zoo doe ook hij, Als hem zijns ouden vaders leven lief is. MARCUS. Ik zal het doen en spoedig ben ik weer. TAMORA. Nu ga ik weg van hier, maar tijg terstond Voor u aan 't werk, en neem mijn dienaars mede. TITUS. Neen, neen, laat Vrouwenkracht en Moord bij mij; Of anders roep ik nog mijn broeder weer, En houd mij voor mijn wraak alleen aan Lucius.
Het stuk moet van 1600 of 1601 dagteekenen, want reeds vóór Drayton, die er in 1603 een uitdrukking aan ontleende, deed Weevers hetzelfde, in zijn "Spiegel van Martelaren", Mirror of Martyrs, welk gedicht in 1601 verscheen; hij maakt er gewag van, hoe de veelhoofdige menigte door Brutus overtuigd werd, dat Cæsar heerschzuchtig was, maar door Marcus Antonius, die Cæsars deugden roemde, van meening veranderde.
Zij wist evengoed wat te Rome voorviel, wat de partijen dáár wilden en najaagden, als wie hunne leiders waren en welke bijzondere bedoelingen zij hadden. »Met hartelijke belangstelling volgde zij de loopbaan van Marcus Antonius. Voor hem was de eerste neiging van haar jonge hart geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek