United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


We hebben dat nu, en alles kan geregeld worden, wanneer u voldoende de identiteit kunt bewijzen van dit jongmensch, dien u noemt Dorus Makko, den wettigen zoon van Nicolaas Makko, in leven hondenkoopman te Amsterdam."

Nog een oogenblik aarzelde de oude man, voor hij er toe overging zijn plannen aan de weduwe te vertellen, maar toch behaalde zijn begeerigheid de overwinning en vertelde hij haar de geschiedenis van Dorus Makko en de Amerikaansche erfenis, evenwel voorzichtigheidshalve verzwijgend welke papieren hij in handen had.

Een heilige stilte heerscht in dezen tempel van Themis, als de procureur zijn schrijfbureau opent en eenige papieren ordent; zij duurt voort; totdat hij het eerwaardig grijze hoofd halverwege omwendt en met de hand langs de onberispelijk geschoren kin strijkend aan Krasser vraagt: "Wil u zoo goed zijn om mij eens even den brief uit New-York te geven; hij ligt op de G.; u weet wel, het is die brief, waarin Galway schrijft over de nalatenschap van een zekeren Makko; 'k meen, dat hij Adriaan heet."

"Ha!, ik begrijp het al, zeker die vrouw toen doodgegaan, toen hij zelf doodgegaan, de heele boel dood; en nu, als Makko niet dood was, kwam hij aan het erven. Wie weet wat een kluit geld zoo'n man heeft nagelaten!"

Dit is Dorus Makko, deze twee stukjes papier en deze brief zijn Theodorus Johan Makko, geboren te Amsterdam, op den 12den Januari 1849, en "krates" is niemand, , , , ." Hij lachte tot zijn roode oogen er van overliepen en wreef zich de knokkelige vingers, terwijl hij nogmaals de melodie van Malbroek floot.

Nog voor hij de deur bereikt heeft, komt hem een buurvrouw te gemoet, met de woorden: "O! heere! buurman, wat een geval! Ga gauw ereis mee naar boven; zóó erg heeft hij 't nog nooit gehad ..." "Is 't al weer zóó-laat met Makko?" Strijkman gaat even terug, sluit zijn winkeldeur dicht en staat nu met de vrouw op straat. Beiden zien naar boven. "Is hij erg dronken?" vraagt de pandjesbaas.

Met onverstoorbare kalmte vervolgt Janus: "De pandjesbaas woont in het benedenhuis; het ziet er daar nog al wonderlijk uit; zoo'n echte hurriewinkel een pan, zooals ze hier zeggen van alles door elkaar. Afijn, dat hinderde mij niet: ik maakte een praatje en zei: "Rappeleert u je, dat hier een zekere Makko heeft gewoond?"