Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Als veel sneeuw valt, sult gy 6 of 7 voet breedt den sneeuw van de hut wegwerpen, opdat als sy vliegen en vallen, sy beter konnen opstaen, want vallen sy op den sneeuw, sy syn terstont verstieft en dood. D. Vr. Magh ick als het sneeuwt myne byen wel stoppen?

Ghy hebt ons eens gebracht tot aen het duyster graf, Nu wast ghy wederom ons* drouve tranen af. Wilt ons van heden aen, wilt ons nu danckbaer maken, Op dat tot uwen dienst ons herte magh ontwaken, 1330 Op dat wy nu voortaen in daet en in de schijn,* V dienaers, lieve God, u kinders mogen zijn.

Tot u koom ick om hulp, vermits u swarte flessen Gaen dieper in gespoock als alle toveressen. Wat ick u bidden magh, laat my door uwe gunst Eens sien, tot myn gerief, de krachten van de kunst. Cats. Spoock-liefde.

V gunste, niet-te-min, die ghy my komt betoonen, Die wensch ick dat u God ten vollen wil beloonen; 930 Doch, wat my raken* magh, set elders uwen sin, Mijn hert is u ontseyt, daer woont een ander in.

1mo Bemerkt als gy den bye uytsteekt, en den honingh in de ton doet dat geen onreype broet magh by den honingh komen. Ik zegge onrypen broet, want den rypen broet doet weynig of geene schaeden.

Maer noch al boven dat, soo magh ick niet vergeten Dat u in dit geval is dienstigh om te weten, En dat ick noodigh acht voor al te zijn gedaen, 575 Eer dat wy tot besluyt in desen handel* gaen*. Ghy moest twee jaren langh in ons geselschap leven, En u aen onse wet ten vollen over-geven: Ghy moest benevens* ons gaen dolen achter* lant, By wijlen sonder gelt en sonder eenigh pant*: 580 Ghy moest u machtigh goet en uwe groote staten, Ghy moest u prachtigh kleet geheelick achter laten, Ghy moest in volle daet, en niet in loosen schijn, Een spot, gelijck als wy, van al de werelt zijn; En dit al, goede vrient, om wel te mogen* letten, 585 Of nut en dienstigh is u sin op my te setten, En med' aen d'ander zy, of my oock dienen sou Met u dit vry gemoet* te binden aen de trou.

Ick sal my derhalven vergenought houden met dat ick van u gehoort hebbe, en wil nu komen tot de geschiedenisse selfs. Ten anderen soo ben ick begerigh te weten, of men door waer-seggers, of diergelijcke soorte van menschen ondersoeck magh doen op houwelickse ofte andere toe-komende saken. Soph.

Waer in of Justinianus of Grotius eenighsincs missen, want soo en luyden de woorden niet in den originelen text. Hoewelle van den sin niet t'eenemael en devieren. Ende nochtans schreyt die goede man daer over. Wat magh hem daer toe bewegen?

Oversuyver leli-bloem, Uitgelezen Maeghden-roem, Bidt u allerliefste kindt, 'T geen ghij boven al bemint, Dat mijn duijsterheijt verdwijnt, En sijn gratie mij beschijnt, Op dat ick geheel verlight Magh voldoen aan mijne plicht. Aanroeping tot Maria Magdalena.

Wanneer den grijsen ouderdom De groente van ons jeught verdort, Dan komen all' ons lusten om De vreught wordt opgeschort. Dus wel an. Laat ons dan, Wijl men magh En de tijt Sullix lijdt Met verdrag Recht lustigh wesen, Vreught wort gepresen, En lachen in 't gelach.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek