Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
"Gistermorgen van Nijmegen." "Waar hebt gij dan vannacht geslapen?" "Bij Gheryt Maessen zekerlijk," antwoordde Magdalena; "althans daar hing diezelfde degenhanger in den schoorsteen welke UEd. thans aanheeft." Ulrica bloosde opnieuw zeer sterk, en Joan keek weder voor zich. "Heden, Joan!" zeide Ulrica: "waarom zijt gij gisteravond niet hier gekomen?"
Deze was niemand anders dan Gheryt Maessen, die met een mandje vol kostelijke eieren, door hem tot een dankbaar geschenk voor Freule Ulrica bestemd, van den Rijnkant afkwam.
"Van harte gaarne: en dan wil ik de onkosten van een flesch wijn dragen om samen uit te drinken," zeide de officier. "Jij bent een nobele baôs!" hernam de boer: "maôr niemand zal van Gheryt Maessen ooit zeggen, dat ie zich in zijn eigen woning heeft laten trakteeren: wijn zal ik oe geven, zonder dat hij oe een duit kost; want de mensch moet zich zoowel van binnen als van buiten verwermen."
Naast de Jonkvrouw stond Gheryt Maessen, die reeds zijn vroege ochtendwerk verricht had en voor het ontbijt was teruggekeerd: hij staarde, terwijl hij over een stoel leunde, de weldoenster van zijn huisgezin met een open mond en een gullen blik aan.
"Een beste Jonker!" voegde Gheryt Maessen er bij: "zoo gul en goedhartig! ik 'loof nooit, dat hij eenig kwaôd opzet teugen den Heer Baron in 't zin had." "Dat gelooft de Baron ook niet meer," zeide Bouke, "en Z.Ed. zal er met Zijn Hoogheid een ernstig woordeke over spreken. Wie weet of de Jonker nog niet in volle glorie op het trouwfeest komt."
"Jaô," antwoordde Gheryt Maessen: "voor de waôrheid van het geval staô ik niet in, dat riekt mij zoo paôpsch; maar mijn grootje heit het mij meermalen verteld. Eens zei een klein onnoozel duvelken tegen ien grooten leepen duvel: kent oe den Prior van Sint-Dominicus te Tiel?
Joan was, toen het dier losbrak, dadelijk tot bescherming zijner geliefde toegesneld: hij wierp zich snel als de wind op het dier en greep het bij de ooren met zooveel kracht, dat het stilstond en weldra door Maessen en anderen, die toegeschoten waren, in bedwang gehouden werd. "Ulrica! mijn kind!" schreeuwde de Baron, naar zijn doodsbleeke dochter toesnellende: "zijt gij gewond?"
Met deze aangename gewaarwordingen doordrongen, stapten beiden lustig verder en bevonden zich weldra aan het hek van des huismans nederige, doch niet geheel onaanzienlijke hoeve. Hartelijk was de verwelkomst, die Gheryt Maessen van zijn gezin ontving, toen hij, met een vroolijk: "gen avond samen!" zijn woning binnentrad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek