Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Ze gingen van plaats tot plaats om 't koren zo spoedig mogelik te maaien. Kolbe zegt, dat dit nodig was, daar de Z.O. wind anders daaraan veel schade kon toebrengen . Daar deze Hottentotten dus veel met de boeren omgingen, leerden ze spoedig Hollands. Leguat verhaalt, dat in 1698 alle Hottentotten, die hij ontmoette, reeds Hollands spraken.

Men is er altijd zoo grif mee, de jeugd toe te voegen, dat ze in allerlei narigheden, pakken slaag en dergelijke, haar verdiende loon krijgt, maar men vergeet, of liever, men komt niet eens op de gedachte, dat de volwassenen, in allerlei ergerlijke behandelingen van de zijde der jonkheid, evenzeer maaien wat ze hebben gezaaid. Wie de kinderen weggrauwt, wordt door hen, uit de verte, nagescholden.

Nòg verder was een donker eikenbosch, en daarachter puntten scherp ten hemel de hoektorentjes van het kasteel. In enkele weiden graasden vreedzaam bonte kudden koeien en paarden; in andere zag en hoorde men de vroolijke bedrijvigheid van maaien en van hooien. 't Was overal de volle zomerdrukte, wanneer de lange dagen nog te kort zijn voor het overweldigend-vele dat verricht moet worden.

Is het een groeizaam voorjaar, dan zal men reeds vóór Mei het gras moeten maaien. Ook dit kan men gemakkelijk zelf doen, wijl de grasmaaimachines tegenwoordig zoo goed ingericht zijn, dat een dame ze kan hanteeren. Men wete echter wel, dat men met zulk een machine niets kan uitrichten, wanneer men het gras te hoog liet opgroeien.

Niet alleen in smidswerk waren zij bedreven, doch bakken, boenen, strijken, wasschen, melken, slachten, ploegen, maaien, zaaien, timmeren, metselen, koken, beestenvoeren, al, wat in een boerengedoente te pas kwam, verrichtten zij. Hij haalde de jeneverflesch voor den dag, en nog dichter kwamen de guurkes bij hem.

Nu eens hoedden zij de kudden van eenen schapenfokker, dan hielpen zij de landbouwers bij het maaien en oogsten. De arme jongens sliepen op stroo in de schuren, brachten ettelijke nachten onder den blooten hemel door en ... de zomer snelde voorbij.

Maar onder welk beeld ook, altoos keert diezelfde gedachte weer, eerst dat langzame, stille worden en gedijen, en dan plotseling die breuke, die voleinding, dat maaien of dat afsnijden.

"Kom, Frans! wees zoo mal niet!" sprak moeder Geertje weder, die nogmaals had opgezien, en aan dat vochtige een andere oorzaak toeschreef: "ik heb immers ook gegeten en al is er voor morgen niet, je hebt daar straks gelezen: "Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien noch maaien; welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt ze nochtans: hoeveel gaat gij de vogelen te boven?"

Toen de eene meid in den hof aan het maaien was, en Duimpje daar tusschen het gras rondsprong en tegen de grashalmen opklom, maaide zij hem met een bundeltje gras tegelijk, vlug af, bond het samen en gooide het voor de koeien. Er was een groote zwarte bij, die slokte hem in eens op, zonder hem pijn te doen. Dat beviel hem in 't geheel niet, het was zoo donker, want daar binnen brandde geen licht.

Slechts daar, waar gemeenschappelijke handarbeid de menschen nog vereenigt, klinkt het rhytmische volkslied als eertijds: bij het maaien, het bezembinden, het stroovlechten, het tabaksbewerken, het steenhouwen, het kuipersbedrijf.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek