Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Le premier volume de la toison dor, Paris 1515, fol. 2. Boucicaut, I p, 504; Jorga, Ph. de Mézières, p. 83, 463 ; Romania, XXVI p. 395 , 396 ; Deschamps, XI p. 28; Oeuvres du roi René, I p. xi; Monstrelet, V p. 449. Deschamps, no. 908/10, XI p. 232, 14, 68. Froissart. Poésies, ed. Alain Chartier, La ballade de Fougères, p. 718. Richteren 6. La Marche, IV p. 164; Jacques du Clercq, II p. 6.
A. Piaget, Romania XXVII 1898, p. 80ss. Zie daarover La Curne de Sainte Palaye, Mémoires sur l'ancienne chevalerie, 1781, II p. 94-96. Molinet, I p. 16/17. N. Jorga, Philippe de Mézières, p. 469. l.c., p. 506. Froissart, ed. Luce, I p. 2/3; Monstrelet, I p. 2; d'Escouchy, I p. I; Chastellain, I prologue, II p. 116. VI p. 266; La Marche, I p. 187; Molinet, I p. 17, II p. 54.
Het spreekt bijna vanzelf, dat deze geest van protocol en ceremonie, plannenmaker en uitwerker van bijzonderheden, ook een maker van vele testamenten is geweest. In de latere is van deze beschikking van 1392 geen sprake meer, en toen Mézières in 1405 stierf, kreeg hij een gewone begrafenis in het ordekleed van zijn geliefde Celestijnen, en twee grafschriften, waarschijnlijk van hem zelf.
Uilenspiegel gaf zijn opperste kleed aan den oudste der bende en sprak: Komt, ik zal U naar Mézières leiden, maar eerst moeten wij dezen soldaten hunne kleeren uittrekken en hunne peerden meenemen. De wambuizen, hoozen, leerzen en hoeden der soldeniers werden verdeeld onder de zwaksten en de zieksten, en Uilenspiegel sprak: Wij gaan in het bosch: daar is het zoo koud niet, de lucht is er zoeter.
In de aankleeding van het geestelijk leven zelf dringt somtijds die honger naar kleur en schittering door. Broeder Thomas vaart heftig uit tegen alle weelde en overdaad, maar het eigen getimmerte, vanwaar hij spreekt, is door het volk behangen met de rijkste tapisserieën, die men krijgen kon. Philippe de Mézières is het volkomenste type van die prachtlievende vroomheid.
De politieke idealist Philippe de Mézières drong er opnieuw op aan, eerst bij Karel V van Frankrijk, toen bij Karel VI. Doch de kanselier Pierre d'Orgemont, wiens "forte cervelle", zegt Mézières, moeilijker om te keeren was dan een molensteen, verzette er zich tegen, en Karel V, de wijze, vreedzame koning, verklaarde, dat bij zijn leven de gewoonte niet veranderd zou worden.
De zin der gelofte is in den regel, dat men zich een onthouding oplegt als prikkel om het volbrengen der geloofde daad te verhaasten. Veelal is het een onthouding in verband met spijzen. De eerste, dien Philippe de Mézières als ridder opnam in zijn Chevalerie de la Passion, was een Pool, die in negen jaar niet zittende gegeten of gedronken had.
Te Mézières stapten zij uit de kar; daar gaf men hun goede soep, bier, brood en kaas, en vleesch aan de ouderlingen en aan de vrouwlieden. En zij werden geherbergd, gekleed en opnieuw gewapend ten koste van de gemeente. En tot zegening kusten allen Uilenspiegel, die hen goedhertig liet begaan.
Eerst toen de stem van Jean Gerson zich bij die van Mézières voegde met een vijftal consideraties tegen het misbruik, gelastte een koninklijk edict van 12 febr. 1397 den veroordeelde de biecht toe te staan.
Niet onwaarschijnlijk was er van zulke ver strekkende plannen nog sprake in het vriendschappelijk verkeer van Mézières met den jongen Lodewijk van Orleans in het klooster der Celestijnen te Parijs. Ook Orleans leefde, zij het met meer bijmenging van praktische en baatzuchtige politiek, in die droomen van vrede en kruistocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek