Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Ofschoon wij ons dus niet herinneren dat wij vóór ons Lichaam bestonden, beseffen wij toch dat onze Geest, voorzoover hij het wezen des Lichaams als iets eeuwigs in zich sluit, ook zelf eeuwig is en dat dìt bestaan niet door tijd bepaald of door duur verklaard kan worden.
Gedurende vijf jaren bleven hare oogen even glinsterend, hare wangen even geel en glasachtig. Geene andere verandering bemerkte men in haar dan eene altijd toenemende vermagering des lichaams, en al vroeg begon elkeen te zien, dat de dood het betooverde meisje met een rood kruis geteekend had en welhaast om zijn slachtoffer zou komen.
Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten allen de één van den ander afhangen. Ik zal derhalven dit uitgebreid hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden.
Allen hieven het hoofd boven den mist uit; allen zagen en begrepen elkander in den helderen zonneschijn van Gods vriendelijk aangezicht. Niet slechts werden twee jonge menschen één; ook de heerlijke eenheid van de leden des lichaams van ons Hoofd in de hemelen werd door allen gevoeld en genoten.
Weinige dagen hierna geviel het dat eene smartelijke ziekte een gedeelte mijns lichaams aantastte, waardoor ik negen dagen lang voortdurend de bitterste pijnen leed en welke mij zoo zwak maakte dat ik werd als diegenen die zich niet kunnen bewegen. Ik zeg nu dat op den negenden dag, terwijl ik eene ondragelijke pijn gevoelde, eene gedachte in mij opkwam, welke van mijne Vrouwe was.
Verder volgt uit datgene wat wij in het Gevolg van Stelling VIII Deel II en in de Opmerking daarbij aantoonden, dat het tegenwoordig bestaan van den Geest alleen daarvan afhangt dat de Geest het werkelijk bestaan des Lichaams in zich sluit. St. IV v.d. St. St. XVII of St. Stelling XII.
Als ge merkt, en uit de ervaring uwer onbekeerde jaren weet, hoe een schepsel buiten God er bijna altoos toe vervalt, om te doen, alsof hij geen ziel had en alleen lichaam was; en dan voor dat lichaam slooft en slaaft; om dat lichaam maar te laten eten, en dat lichaam te laten drinken, en dat lichaam in pronk en kleedij en allerlei wellust te laten genieten; o, dan is het zoo natuurlijk, dat een mensch, na bekeerd te zijn, nu overslaat in het andere uiterste; en denkt: »Als ik maar voor mijn ziel zorg!« en onder dien indruk zijn lichaam en wat des lichaams is, verwaarloost.
Ja! dat was de handeling waarvan Aischylos gesproken had, de handeling niet van de organen des lichaams maar van den geest; het in zich opnemen, verwerken en weergeven van indrukken; een arbeid niet minder geweldig dan die der godenbestrijdende Titanen.
Waarlijk, miss Campbell zou redenen gehad hebben, zich over haren partner te beklagen. Zij speelde zeer goed en verdiende ten volle de loftuigingen, waarmede hare ooms niet kwistig omsprongen. Er was niets bekoorlijkers te zien, dan haar zoo ongedwongen overgave aan dit spel, dat zich uitmuntend leent, om de bevalligheden des lichaams te doen uitkomen.
De Koninklijke Belijder was door den Hemel begaafd met het vermogen om de zweren des lichaams te heelen, maar God alleen kan de melaatschheid der ziel genezen!" "Ik bid u, wend u niet van mij af, strenge profeet des toorns," riep ze uit: "maar zeg mij, zoo ge kunt, wat beteekenen de nieuwe en ijzingwekkende gevoelens, welke in mijne eenzaamheid zich aan mij opdringen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek