United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarom heeft hij de buste daar dan niet gebroken, vooral daar bij elken stap verder de kansen vermeerderden van een ontmoeting met dezen of genen?" "Ik geef het op," zeide Lestrade. Holmes wees op de lantaarn boven ons hoofd. "Hij kon hier zien wat hij deed en daar niet. Dat was de reden." "Bij Jupiter, dat is waar," riep de detective. "Nu ik er over nadenk, herinner ik mij, dat de buste van dr.

Wij zagen het licht van een dievenlantaarn in de kamer. Wat hij zocht was klaarblijkelijk niet daar, want even later bemerkten wij het licht in een andere kamer en daarna weer in een andere. "Laat ons naar het open raam gaan, dan kunnen wij hem grijpen, terwijl hij er uitklimt," fluisterde Lestrade. Maar voor wij daar konden komen, was de man al weer buiten.

Lestrade ging er binnen en kwam een oogenblik later naar buiten met een bordpapieren doos in een stuk papier gewikkeld en met koord dichtgebonden. Aan den kant van het tuinpad stond een bank en daarop gingen wij een poosje zitten, en bekeek Holmes een voor een de voorwerpen, die Lestrade hem had overhandigd.

Maar daar zie ik Lestrade aan het middelste raam en nu zullen wij spoedig alles van de zaak weten." De detective ontving ons met een ernstig gelaat en duwde ons in een zitkamer, waar een buitengewoon geagiteerd man van gevorderden leeftijd, gekleed in een flanellen morgenjapon op en neer liep.

Op dezen bijzonderen avond had Lestrade gesproken over het weer en de dagbladen. Daarna was hij minder spraakzaam geworden, keek strak voor zich uit en trok hard aan zijn sigaar. Holmes keek hem scherp aan. "Is er iets bijzonders aan de hand?" vroeg hij eindelijk. "O, neen, mijnheer Holmes, niets bijzonders." "Nu, dan kunt gij 't mij ook wel vertellen." Lestrade lachte.

"Als u nog naar Pitt Street teruggaat, ziet u misschien mijnheer Harker nog. Vertel hem namens mij, dat ik voor mij reeds een opinie gevormd heb en dat het zoo goed als zeker is, dat een gevaarlijke krankzinnige, met Napoleontische delusies, in den afgeloopen nacht in zijn huis is geweest. Dat kan van zeer veel nut voor zijn artikel zijn." Lestrade keek hem aan.

Als wederdienst voor het nieuws, dat Lestrade bracht, was Holmes steeds bereid aandachtig te luisteren naar de bijzonderheden van elke zaak, waarin de detective betrokken was en nu en dan was hij in staat, zonder zich zelf met het geval te bemoeien, den een of anderen leiddraad te verstrekken of een vermoeden uit te spreken, dat hij putte uit zijn enorme kennis en ervaring.

Twee dagen later ontving hij een groote enveloppe, die een kort briefje van den detective en een met een type-writer beschreven document van verscheidene bladzijden inhield. "Lestrade heeft hem goed en wel gearresteerd," zeide Holmes, mij aanziende. "Misschien stelt gij er belang in, te hooren wat hij mij schrijft." "Waarde Mr. Holmes.

»De eenige particuliere, consulteerende detective," herhaalde hij: »ik ben het laatste en hoogste Hof van appèl voor onthullingen. Als Gregson, of Lestrade, of Athelney Jones ten einde raad zijn, iets wat in de meeste gevallen voorkomt, dan wordt de zaak aan mij voorgelegd. Ik onderzoek den data, gelijk een gezworene en spreek dan een oordeel uit gelijk een specialiteit.

Ik herhaal, dat we hier niet met een grap te doen hebben, maar met een ernstige misdaad." Ik huiverde, toen ik deze woorden van mijn vriend hoorde en den grooten ernst op zijn gelaat zag. Deze voorafgaande brutale handeling scheen een afschuwelijke en onverklaarbare misdaad aan te kondigen. Lestrade schudde evenwel zijn hoofd als iemand, die nog maar half overtuigd is.