Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
"Wat mijn verlangen is?" riep Launceor spottend: "dat zal ik u spoedig duidelijk maken! Ik ben gezonden door koning Arthur om de beleediging te wreken, die gij hem hebt aangedaan. Dientengevolge daag ik u hierbij uit tot een gevecht op leven en dood!" "Zoo zij het!" sprak Balin, "al gevoel ik geen berouw over wat ik deed, toch zult ge uwe uitdaging niet behoeven te herhalen!"
Hij blijft eene bijfiguur, die slechts even ten tooneele verschijnt na het tweegevecht met Launceor, om spoedig daarna weer te verdwijnen. Slechts in het laatste bedrijf der handeling vertoont hij zich opnieuw om de droeve voorspelling der jonkvrouw tot waarheid te maken.
"Helaas", riep Balin uit, "indien uwe voorspelling waarheid bevat, dan zou ik wenschen, dat ik gevallen ware in plaats van Launceor!" Maar vóór hij verder kon gaan, was Merlijn verdwenen en de beide broeders wendden zich af van de plaats des onheils en begaven zich op weg naar het rijk van koning Rience.
En bovendien de zon scheen zoo vroolijk over de velden, de bosschen, waar hij door reed, waren zoo schoon in hunne zomerpracht en het kabbelen der beekjes klonk hem zoo welluidend in de ooren, dat hij weldra alle zorgen des levens vergat in zijne vreugde om de schoonheid der natuur en zijne onbezorgde jeugd. Hoe Launceor van Ierland zich opmaakt om Balin te volgen.
Tevergeefs poogde Balin haar duidelijk te maken, dat de uitdaging tot den strijd van Launceor was uitgegaan, zij hield niet op met hem de schuld te geven van haar verlies en ging voort met in de wanhopigste bewoordingen haar eenzaam lot te bejammeren. Eindelijk greep zij het zwaard van den dooden ridder en, vóór Balin het haar beletten kon, stortte zij er zich in met een laatsten kreet van smart.
Intusschen had Launceor zijn harnas aangegespt en, den helm met een wuivenden vederbos op het hoofd, het zware schild aan den schouder en het zwaard in de hand, reed hij de poorten van het kasteel uit en sloeg den weg in, dien Balin eenige uren tevoren genomen had.
Alvorens zij zich op weg begaven, dolven zij een graf voor Launceor en zijne geliefde. Terwijl zij hiermede bezig waren, kwam Merlijn op de plaats des gevechts en toen hij zag, wat er was voorgevallen, hief hij de handen ten hemel en sprak tot Balin: "Helaas! wat hebt gij, ongelukkige, gedaan?
Het ware ongehoord, dat een ridder, en nog wel een van niet-koninklijke afkomst, u op zulk eene wijze zou mogen vernederen, zonder dat hem daarvoor eene gerechte straf werde toegediend!" De koning, wiens misnoegen over Balin door deze woorden werd versterkt, gaf Launceor vergunning om heen te gaan.
Met den noodigen nadruk wordt dit geprofeteerd; evenwel vinden wij in den verderen loop van het verhaal geene enkele aanwijzing omtrent de vervulling van die voorspelling. Ook lezen wij, dat Balin, wanneer hij Launceor van Ierland in een tweegevecht gedood heeft, diens zwaard met zich medevoert, zoodat hij de ridder met twee zwaarden wordt genoemd.
Alvorens heen te gaan, nam Balin evenwel nog het zwaard van Launceor en bevestigde dit naast het zijne aan zijnen gordel. Toen zij eenigen tijd stilzwijgend naast elkander waren voortgereden, kwamen zij aan een donker woud en bij den ingang daarvan kwam hen een oud man tegemoet, armoedig gekleed en leunend op een stok. "Waar voert uw weg heen, edele heeren?" zeide hij met bevende stem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek