Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Hoe jammer, niet waar, dat zoo'n vrouw niet in haar jeugd door den bekenden: "dominee die terstond bemerkte dat er wat in zat" gekuischt was met latynsche verzen! Zonder maat, rym, spondaeen of mythologie, schreeuwden die plompe boterammen: Tast toe, m'n jongen! Je moet honger hebben! Zóó verstond Wouter de alexandrynen van Vrouw Claus.

Zuiver latynsche en louter latynsche zijn onder deze namen zeldzaam. Van den Broecke? Poelstra? Alle deze namen zijn in dit werk reeds verklaard. Talryker zijn de namen die slechts eenen latynschen form vertoonen, slechts den uitgang us of ius achter eenen nederlandschen beroeps- of waardigheidsnaam hebben; b. v. Cuperus, Cramerus, Vorstius, enz.

In middeleeusche friesche oorkonden en in middeleeusche chronyken, als deze geschriften in de latynsche taal opgesteld zijn, vindt men deze geslachtsnamen ook verlatynscht, waaruit dan blijkt dat de vertaler zeer wel de beteekenis kende van het achtervoechsel mona, mena, ma. Dit zijn b. v.

Wie zou in dezen eenvoudigen nederlandschen geslachtsnaam Stelle den spaanschen naam Compostella en het latynsche woord apostolus vermoeden? Wijl er steeds zeer vele Duitschers in de Nederlanden zich gevestigd hebben, zoo ligt het voor de hand dat ook zeer vele duitsche plaatsnamen hier als geslachtsnamen moeten voorkomen. En dit is in der daad het geval.

Van daar dat er nog heden in de Nederlanden, en in d' eerste plaats in Friesland, nog al veel geslachtsnamen voorkomen, die latynsche tweede-naamvallen zijn van byzonder-friesche mansvóórnamen, of althans van zulke namen, gelijk Wybrand, Sybrand, Ysbrand, Wigbold, Wiard, Gerbrand, die oorspronkelik wel algemeen-germaansch eigendom zijn, maar die, elders buiten gebruik geraakt, in Friesland het burgerrecht behouden hebben.

Onder de genen, die in dit zoort van letteroeffeningen uitmuntten, behoort men vooral te tellen PHILLIS WHEATLYE, een slaaf te Boston, in Nieuw-Engeland, die de Latynsche taal leerde, en agt-en-dertig dichtstukken over verschillende onderwerpen zamenstelde, die zeer cierlyk zyn, en in 't jaar 1773. in 't licht kwamen.

De geslachtsnaam † Amama is een byzonder-friesch patronymikon, en Amesz een nieu patronymikon van dezen mansvóórnaam, die ook deel uitmaakt van den aardrijkskundigen geslachtsnaam Ameshoff, het hof, de hoeve, van Ame. Moet al de oorsprong der bovengenoemde latynsche en quasi-latynsche namen duister worden geacht, geenszins duister voor den ingewyde zijn de volgende geslachtsnamen.

Zie hier eene lijst van die namen: Sartorius, dat is: kleêrmaker, van het latynsche woord sartor; Sutorius, de schoenmaker, van het latynsche woord sutor; Faber, de smid, ook nog meer »verschnörkelt" als Fabricius en Fabritius voorkomende, en in patronymikalen form als Fabri, Fabry en Faberi, dat is: Smids, des smids zoon.

De specialiteit-fabriekheer, al weefde hy nooit iets anders dan slaapmutsen, stemt in marinezaken even onbeschroomd en met gelyken invloed op den uitslag, als de marine-specialiteit over kwestien van industrie, handel of landbouw. Navita de tauris, de ventis narrat arator. De Latynsche spreukspreker was in de war, zooals men ziet, en 't was hoog tyd hem te korrigeeren. Gelyk we doen by dezen.

Sommige maagschapsnamen hebben een latynsch voorkomen, en zijn toch van zuiver nederlandschen oorsprong. Immers ieder die Latyn verstaat, zal, zoo de geslachtsnamen Radix, Aries, Omen, Venus hem onder de oogen komen, terstond denken aan de latynsche woorden radix, wortel; aries, ram; aan omen, voorteeken, en aan den bekenden naam der godin Venus. Maar geheel ten onrechte.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek