Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Het laatst van alles komt de sneeuw, en haar schoonheid is niet zoozeer in de zachte vlokken gelegen, als in de wijze, waarop zij worden opgevangen en vastgehouden op de prachtige huisjes en tempels en lantarens. Als men dan een Japanschen tuin ziet, dan ziet men hoe de Natuur daarop den stempel van haar goedkeuring drukt.

Men zou zeggen, dat hij niet erg in aanzien was: zijn beenen en voeten waren als van een jongmeisje, zijn gelaat dat van een kluizenaar, maar hij werd gedragen op een oude houten baar, en een troepje jongens, met onaangestoken papieren lantarens, die heimelijk elkaar stompen gaven, verduisterden zijn glorie.

Aan elk venster, op elk dak, op elk balcon vertoonden zich toeschouwers. Heel Czernovië was er; iedereen had zich voorgenomen een plaats te veroveren. Waar maar een voet staan kon, had zich iemand opgesteld, op kroonlijsten, voetstukken van standbeelden, in lantarens, boomen en telefoonpalen.

Uit de verte gezien, fel beschenen door 't blauwig electrische licht en rosachtig getint door de op de plankieren brandende lantarens, met de bewegende zee en den donkeren horizon, waaraan af en toe het weêrlicht flikkert, als achtergrond, maakt het geheel een infernalen indruk.

En intusschen stoomde de Amalia zachtjes door reeds schitterden ons de havenlichten, de lantarens van de kade tegen en blonk het heldere maanlicht op de wit geverfde hangers en loodsen, die als kleine speelgoedhuisjes tegen de donkere bergen afstaken. Het binnenkomen van de Emmahaven bij volle maan is onbeschrijfelijk schoon.

Bij elken lichtstraal der lantarens, die zij voorbijreden, zag Paul Eline roerloos achterover liggen, met de handen voor het gelaat, haar boezem geschokt door een stillen snik. En zij zwegen steeds. Het was over tienen, toen het rijtuig voor het huis in de Laan van Meerdervoort stilhield. De palfrenier belde, men deed open. Zij stapten uit.

"Het Congres-besluit was voor de Republiek het teeken van algemeenen rouw. Toen de eerste vertegenwoordiger der mogendheden de Russische Hertog Alexander van Bora, achterneef van den Czaar zijn intocht deed in Willemstad, waren alle vensters en luiken gesloten, de gordijnen neergelaten, de lantarens met krip omwoeld, de vlaggen halfstoks geheschen.

De avond was gevallen. Zoodra zij uit de drukte van het klein station kwamen, bevonden zij zich in stille duisternis op een eenzamen steenweg tusschen twee rijen jonge eikenboompjes. Een paar rijtuigen, die reizigers waren komen afhalen, reden hen in de glinstering van hun lantarens voorbij, en in een daarvan meende Rozeke den baron en de barones van het kasteel te herkennen.

"Ik verwar hem niet licht met een ander, al lijkt hij er ook op." De twee soldaten zetten hun ronde voort. Bij 't licht der lantarens zien we weer twee schimmen heel omzichtig de een achter den ander gaan. Een krachtig "Quien vive?" De soldaten grijpen hem aan en slepen hem naar een lantaren, om hem te herkennen.

Die honderden lantarens, in liefde brandend en gebed, Bewegen zich langs weg en straat, als dolende herinnering. De zilveren muziek van 't houten schoeisel der Japansche meisjes! Zijn dit niet kleine geesten, gekomen uit den boezem van den ouden tijd? Heeft hun terugkomst soms ten doel, hun duizend wenschen, reeds vergeten, te vervullen?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek