Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Terwijl Lavaine zich bukte om zich eveneens te vergewissen, dat zijn paard behoorlijk voor den tocht was uitgerust, legde Elaine haar handje op Lanceloet's mouw en sprak snel: "Heer ridder, ik heb een verzoek aan u, dat ge mij, hoop ik, niet zult weigeren. Zoo gaarne zou ik zien, dat gij in het tournooi te Camelot een herinneringsteeken van mij wildet dragen. Wilt ge dat doen?"
Het duurde niet lang, of de vrome man wist zijn gast uit diens verdooving te doen ontwaken door het toedienen van eenige opwekkende middelen, waarvan hij het geheim verstond. Lanceloet's wonde liet zich echter ernstig aanzien en de wijze heremiet voorspelde Lavaine, dat het langen tijd zou duren, alvorens zijn vriend weder geheel hersteld zou zijn.
Deze verhouding, waarover in de vorige gedichten in 't geheel niet werd gesproken, is thans een voldongen feit en levert de stof voor eindelooze beschouwingen en bespiegelingen over de liefde. In het volgende gedicht: "Yvain" vinden wij slechts één vluchtige vermelding van Lanceloet's naam; in Chrétien's laatste werk: "Perceval", wordt hij in het geheel niet genoemd.
Ware ik niet de koning, maar slechts een eenvoudig ridder, ik zou niet aarzelen om thuis te blijven. Het is echter mijn plicht mijn volk niet teleur te stellen en daarom ga ik heen. Mijn eenige troost is, dat ik u thans in de beste hoede achterlaat!" De koningin had tot dusverre niets vernomen omtrent Lanceloet's thuisblijven.
In de oude verhalen van Wales en in het bekende Middel-Engelsche gedicht "Brut" van Layamon, wordt Lanceloet's naam niet genoemd; het eerst lezen wij dien in "Erec" van Chrétien de Troies, waar onze held als derde genoemd wordt onder de ridders van Arthur's hof. In dit gedicht, alsook in het latere "Cligés", eveneens van Chrétien's hand, is Lanceloet slechts een naam.
Toen Elaine bij het goeden nacht wenschen opnieuw Lanceloet's lippen op hare hand gevoelde, ging er eene rilling door al hare leden en haastig vlood zij heen, naar haar eenzaam torenkamertje, waar zij van kindsbeen af geslapen had. Daargekomen opende zij haar venster en staarde naar buiten, waar de sterren flikkerden en straalden aan den helderen avondhemel.
Uiterlijk bedaard en kalm, maar inwendig bevend van woede en schaamte over Lanceloet's trouweloosheid, had zij naar Walewein's woorden geluisterd. Vlammen van hartstocht en nijd zetten haar in gloed en met gebalde vuisten zwoer zij in stilte een duren eed van wraak op de vrouw, die haar het hart van haar minnaar ontstolen had.
In het volgende gedicht van Chrétien de Troies, dat getiteld is: "Le Chevalier de la Charrette" staan wij plotseling voor eene geheel uitgewerkte en in bijzonderheden vertelde beschrijving van Lanceloet's verhouding tot de schoone koningin.
Men kan zich de ontsteltenis van Lavaine voorstellen, toen hij zijn vriend plotseling zulk een val zag doen. In een oogwenk was ook hij van zijn paard gesprongen en knielde bij zijn strijdmakker neer. Bij een haastig onderzoek naar de oorzaak van Lanceloet's bezwijming ontdekte hij de speerpunt, die in zijne zijde stak.
Hij was geheel uitgeput door de zware, lange verpleging en nu het gevaar toch geweken was, gaf hij zijne taak volgaarne aan andere handen over. Van dat oogenblik af waakte Elaine elken dag aan Lanceloet's sponde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek