Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Het zijn in hoofdzaak de groenbladerige variëteiten, die zich daartoe bij uitstek leenen. Andere groene en vooral gekleurde variëteiten zijn meer bepaald kamerplanten, die een zeer zorgvuldige behandeling verlangen. Deze teerdere soorten kweekt men het best, ook des zomers, in de kamer; men geeft ze dan een lichte standplaats, waar zij tegen te scherpe zon moeten geschermd worden.
Daarin hebt ge gelijk... de beste soort... geen bastaarden... maar 't is een kwestie van goesting... ik ken een liefhebber die Schotsch Fancies kweekt, reuzenvogels van twintig centimeters. Dat zijn geen kanarievogels meer, minachtte Snepvangers.
Van harde planten kan men deze maand nog stekken sneden; heeft men er stekken van, die in de vorige maand gestoken en nu beworteld zijn, dan kunnen deze in kleine potjes uitgeplant worden. Kweekt men klimplanten, dan moet men zorgen, dat zij geregeld aangebonden worden.
Gedurende het eerste zestal jaren kweekt men in die aanplantingen afwisselend rogge, gerst en boonen. Alles is reeds gezegd in de quaestie der olijven te Sfax. Maar wat men niet genoeg bewonderen kan, noch dikwijls genoeg herhalen, dat is, dat deze graad van volmaking verkregen is door een volkomen inlandsche werkwijze en dat de moderne wetenschap er niets heeft bij te voegen of op af te dingen.
Deze voor de tuinen zoo goed geschikte heester is zoo min keurig op den grond als op de standplaats, zoodat men hem vrij wel overal kan gebruiken waar men wil. Men kweekt er velerlei, met geheel groene en met bijna geheel gele bladeren; hoe groener ze zijn, des te beter zijn ze tegen onze winterkoude bestand.
De kiemplantjes zijn ook grooter dan bij de Calceolaria's, zoodat zij heel wat gemakkelijker te repikeeren zijn; ook is één keer repikeeren meestal voldoende, omdat men ze hierna wel in afzonderlijke potjes kan uitplanten. Het best kweekt men de Cineraria in goede broeiaarde.
Kweekt men deze plant op een stammetje, dan is zij, wanneer zij des winters bloeit, lang niet onaardig; kweekt men haar in struikvorm, dan doet men beter ze in de bakjes te planten. Men plant ze in een rijke broeiaarde en zet ze bij voorkeur des zomers buiten. De in een koel vertrek overwinterde planten moeten in het voorjaar ingesneden en verpot worden.
Gewoonlijk maakt een liefhebber weinig onderscheid tusschen de planten, die in warme en die in gematigde streken groeien; hij kweekt ze alle in de warme kamer en dat is toch zeer verkeerd. Een bekwaam en practisch kweeker kan aan een plant, die hij nog niet behandeld heeft en die hij zelf niet kent, veelal zien welke aarde en welke temperatuur zij verlangt, en mocht hij zich al eens vergissen, dan zal het niet lang duren, of hij zal zijn fout aan het voorkomen der plant kunnen bemerken. Een zoodanigen practischen blik bezit een leek meestal niet, en wil hij met het kweeken van planten in de kamer succes hebben, dan moet hij van tijd tot tijd beproeven zich daaromtrent op de hoogte te stellen. Niet weinig planten uit gematigde streken hebben een zoo vreemd voorkomen, dat zij de leeken licht doen denken, dat het tropische planten zijn en dus behoefte hebben aan een hooge temperatuur. Van de hiertoe behoorende planten wil ik er slechts een drietal noemen, namelijk de Aspidistra, de Aralia en de Ficus. De Aspidistra is de algemeen bekende, ijzersterke plant, waarvan de groote, groene of bonte bladeren direct uit de aarde ontspringen. Deze plant behoort in China en Japan thuis en verlangt des winters slechts een lage, mits vorstvrije temperatuur en toch wordt zij meestal in een warme kamer gekweekt. Wij hebben nu in de Aspidistra een dier weinige planten, die zelfs bij de slechtste en meest ondoordachte cultuur gezond blijft en waarschijnlijk ook daarom zoo algemeen verspreid is. De Aralia, die uit Japan afkomstig is en de Ficus, die uit Australië stamt, zijn daarentegen zeer gevoelig voor een verkeerde behandeling. Deze beide planten verlangen des zomers een zonnige standplaats in den tuin of vóór het geopende venster, terwijl men ze 's winters moet plaatsen in een kamer, waarvan de gemiddelde temperatuur niet meer dan 45°
Heeft men zaailingen of stekplantjes van bossig groeiende planten, en willen zij zich niet vertakken, dan moet men ze in deze maand den kop afsnijden. Kweekt men voor de versiering van het balkon klimplanten of éénjarige bloemplanten, zoo moet men die in het begin van deze maand zaaien; de snelgroeiende zaailingen worden dan gerepikeerd, of ook wel dadelijk in potjes uitgeplant.
Want, gaat de vader zijn kroost voor in noeste werkzaamheid en voedt hij het op tot karaktervastheid en plichtsbetrachting, de moeder vooral kweekt vroomheid en godsdienstzin, en tempert de strengheid van het vaderlijk gezag met zacht beleid en trouwhartige, zorgzame liefde. Het koffie-uurtje heet dan de achterungere. Vroeger vooral was het ambacht op de dorpen niet in tel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek