Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Daar ieder klein stukje nog uit talrijke voorkiemen bestaat, en zich in de aarde spoedig mossen ontwikkelen, die de jonge Varenplantjes dreigen te verstikken, moet men verscheidene malen repikeeren, waarbij men de voorkiemen telkens verdeelt, tot men ten slotte ieder plantje afzonderlijk heeft staan.
De kiemplantjes zijn ook grooter dan bij de Calceolaria's, zoodat zij heel wat gemakkelijker te repikeeren zijn; ook is één keer repikeeren meestal voldoende, omdat men ze hierna wel in afzonderlijke potjes kan uitplanten. Het best kweekt men de Cineraria in goede broeiaarde.
Voor dit repikeeren neemt men potten, die op dezelfde wijze met aarde zijn gevuld als die, welke voor het zaaien werden gebruikt. Daar de jonge kiemplantjes zeer teer en daardoor lastig met de vingers te hanteeren zijn, gebruikt men, om ze uit den pot te lichten, twee dunne, puntige houten stokjes, die men als een schaar aan elkander gebonden heeft.
De plantjes, die men in de vorige maanden door zaden of stekken vermenigvuldigd heeft, en die men goed op tijd moet repikeeren en oppotten, zet men nu het best op de vensterbank, waar men ze, zoo noodig, tegen de zon moet kunnen schermen. In het begin van deze maand kan men de zomerstekken snijden van Pelargoniums, die dan zonder veel moeite wortel maken en nog rijk kunnen bloeien.
Heeft men niet zóó dicht gezaaid, dat de jonge plantjes elkander dadelijk raken, dan behoeft dat repikeeren niet direct na het opkomen te geschieden. Heeft men echter te dicht gezaaid, dan kan men, indien het geen zeldzame planten zijn, de zwakste voorzichtig uittrekken en wegwerpen, om zoodoende den sterkeren meer ruimte te geven, of wel, men moet zoo spoedig mogelijk uitplanten.
Dit repikeeren is bij zeer kleine kiemplantjes tamelijk moeilijk; bij grootere echter gemakkelijk. Langzamerhand moeten de zaailingen aan de lucht en zon gewend worden, om te voorkomen, dat zij uit haar kracht, doch stevig en gedrongen groeien en tegen Pinksteren kan men ze dan in de voor haar bestemde bakjes uitplanten.
Jonge kiemplantjes vormen eerst twee kiemblaadjes, waartusschen dan het kopje of bij blad-Cactussen het blaadje zich ontwikkelt. Daar er tusschen de plantjes gemakkelijk mos ontstaat, hetwelk het indringen van de lucht in de aarde belet en den groei der zaailingen stuit, is het noodig, deze laatsten zoo spoedig mogelijk te repikeeren.
Zoodra zij zóó groot geworden zijn, dat zij elkander raken, moet men weder repikeeren; zij kunnen nu in iets grovere aarde geplant en op een onderlingen afstand van 3 cM. gezet worden. Raken de bladeren elkander nu weer aan, dan worden de plantjes afzonderlijk in kleine potjes geplant.
De cultuur is niet zeer gemakkelijk, wat veroorzaakt wordt door het meermalen repikeeren en verplanten en ook, doordat de planten zeer koel en toch vorstvrij gehouden moeten worden, daar zij anders door insecten worden aangetast en daardoor zeer lijden.
Het opkweeken van zulke kleine plantjes is altijd zeer moeilijk, daar het eerste repikeeren zeer veel geduld en geoefendheid vereischt. Nadat men ze verscheidene malen gerepikeerd heeft, zijn de zaadplantjes eindelijk groot genoeg om afzonderlijk in potjes te worden gezet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek