United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig na de bevruchting ontstaat uit de voorkiemen het eerste, nog niet volkomen ontwikkelde varenloof. Zoodra dit het geval is, is de tijd daar, om de kiemplantjes te repikeeren. Men gebruikt daartoe weder vlakke schotels, die, na van een behoorlijke drainage voorzien te zijn, met fijn gezeefden heide- of boschgrond gevuld worden.

Het wil wel voorkomen, dat het omhulsel taai is, en de jonge kiemplantjes moeite hebben dit af te werpen; is dit zoo, dan moet men ze met den vinger een weinig helpen. De krachtige kiemplantjes van Acacia's worden niet gerepikeerd, maar direct in zaadpotjes geplant.

Deze zijn geelachtig wit en gelijken in vorm eenigszins op die van den Aardappel, waaraan deze plant verwant is. De snel kiemende zaden worden in Maart gezaaid in een pot, die voor het venster wordt gezet. De kiemplantjes moeten spoedig gerepikeerd en, na de ontwikkeling der eerste blaadjes, afzonderlijk in potjes geplant worden.

Is de lente aanvankelijk ook zacht, ze kan later zeer koud wezen en is dit hier ook veelal. Vele zaden ontkiemen, bij gunstig weer, na een dag of acht, en volgt er dan kou, nachtvorst soms, dan loopen de kiemplantjes gevaar van verloren te gaan.

Heeft men te dicht gezaaid, zoodat de opkomende kiemplantjes elkander dadelijk raken, dan moet men ze onverwijld uitdunnen, door de zwakste plant voorzichtig uit te trekken. Lang kan men de opkomende zaailingen niet laten staan; zij moeten spoedig in andere potten of bakjes gerepikeerd worden, wat ook tot de vorming van haarworteltjes bijdraagt.

Zeer lastig is het uitplanten der zaailingen, die uit zeer fijne zaden ontspruiten, daar deze dikwijls, met het ongewapend oog, nauwelijks te zien zijn. Voor deze kiemplantjes, die verscheidene malen gerepikeerd moeten worden, voordat zij sterk genoeg zijn om afzonderlijk in een potje te worden geplant, gebruikt men potten van ongeveer 10 cM. wijdte, of wel platte schalen of kistjes.

Voor dit repikeeren neemt men potten, die op dezelfde wijze met aarde zijn gevuld als die, welke voor het zaaien werden gebruikt. Daar de jonge kiemplantjes zeer teer en daardoor lastig met de vingers te hanteeren zijn, gebruikt men, om ze uit den pot te lichten, twee dunne, puntige houten stokjes, die men als een schaar aan elkander gebonden heeft.

Dit repikeeren is bij zeer kleine kiemplantjes tamelijk moeilijk; bij grootere echter gemakkelijk. Langzamerhand moeten de zaailingen aan de lucht en zon gewend worden, om te voorkomen, dat zij uit haar kracht, doch stevig en gedrongen groeien en tegen Pinksteren kan men ze dan in de voor haar bestemde bakjes uitplanten.

De kiemplantjes zijn ook grooter dan bij de Calceolaria's, zoodat zij heel wat gemakkelijker te repikeeren zijn; ook is één keer repikeeren meestal voldoende, omdat men ze hierna wel in afzonderlijke potjes kan uitplanten. Het best kweekt men de Cineraria in goede broeiaarde.

Bij te zware bedekking, wil de kiem wel eens rotten, voor zij aan het daglicht is kunnen treden; bij te lichte bedekking echter, heft het jonge worteltje de zaadkorrel uit den grond, wat ook niet wenschelijk is, daar de kiemplantjes dan te spoedig moeten verplant worden.