Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Waarom heeft het viooltje geen geur? Vroeger was het zóo welriekend, dat het koren vertrapt werd, om de bloem te plukken. Dit verdroot haar en ze bad: "Heilige Drievuldigheid, ontneem mij mijn geur!" De H. Drievuldigheid antwoordde: "Het geschiede naar uw wensch. Maar dewijl gij niet hoogmoedig zijt, zult gij mijn naam dragen." In Vlaanderen verhaalt men: Daar was een keer een voerman.
Zelfs ontstond hierdoor tegen hem een geest van wrevel en zwijgenden haat, die koren op den molen der geestelijkheid was en die door deze in stilte werd aangemoedigd. Op het kasteel van Schönbrunn, waar gravin Walewska hem was komen opzoeken, bracht de Keizer intusschen niet veel zorgelooze dagen door.
Het was heerlijk buiten op het land. 't Was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, roode pooten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd. Rondom de korenvelden en de weiden waren uitgestrekte bosschen, en midden in de bosschen diepe meren. Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
Ze hieven den kop op, luisterden onrustig, deden een paar sprongen, alsof ze van plan waren van de korenhoopen weg te loopen, maar keerden toen terug, en begonnen weer te eten. Weer klonk de fluit sterk en snijdend, en nu gebeurde er iets wonderlijks. Eén rat, twee ratten, ja, een heele troep liep weg van het koren.
Evenwel was Groningen noch vol onlusten: want die van de stad, doe zeer wreed zynde, hielden het koren in dezen bedroefden tyd op een zeer hoogen prys, en daar boven wierd het vee, 't welk door de landlieden ter markt wierd gebragt, door eenige oproerige geesten aangetast en veel beschadigt.
Als ik rust op 't doodekussen, Als mijn oogen niet meer zien, Als mijn ooren niet meer hooren, Zal er éen, o éen misschien Brand van ziel en zinnen blusschen Loopend tusschen 't zonnig koren Met mijn verzen 't leed te' ontvliên.
't Is in de vrouw en niet in den man, 't Is in 't bier en niet in de kan, 't Is in 't koren en niet in de wan, 't Is in Karel en niet in Jan; Zeg mij wie dit raden kan. In de raadselsprookjes, ook bij ons in ruime mate bekend, huwt de koning veelal zijn dochter uit aan dengene, die bepaalde raadsels kan oplossen, of wel raadsels opgeeft, die niemand raden kan.
"Voss," viel de oude heer hem in de rede, "ik zal met de beschuldigers spreken, dat zij je acht dagen uitstel geven, maar dan moet je hun het koren of het geld er voor verschaffen, anders loopt het niet goed af." "Maar, mijnheer de baljuw...." riep oom Herse, en hij stond op. De baljuw zag hem aan: oom Herse was blijkbaar van zijn stuk.
Marcussen was er de man voor om zijn crediet te gebruiken, en de professor, die juist in dat jaar veel geld op koren verdiende, werkte met lust en vlijt en vond in Marcussen een medewerker, die hem kon volgen èn zijn plannen uitvoeren, en die dit was 't voornaamste nooit verlegen was om middelen of met vervelende bezwaren aankwam.
Is Nederland niet door hen groot geworden; heeft het aan hen niet zijn bestaan te danken?... Het vlakke, vochtige land had geen koren, geen steenen en geen hout; zij hebben er die noodzakelijke dingen aan geschonken, door er den buit der zee voor in te ruilen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek