Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


"De toon, waarop u mij dit antwoord geeft, Prinses, versterkt mij in de meening, die ik sinds lang koesterde, dat uw persoonlijke verlangens zich niet in de richting van dit huwelijk bewegen!" Elizabeth verwaardigde zich niet deze uitspraak te bevestigen.

Want de gevoelens, die men omtrent hem in de andere helft van het Scandinavische schiereiland, namelijk in het koninkrijk Zweden koesterde, waren niet dezelfde als in Noorwegen. Dat vereischt eene nadere uitlegging, niet waar? Welnu, wij zullen haar geven. Sylvius Hog was professor in de rechtswetenschappen te Christiania.

Op enkele dagen in den zomer drongen de zonnestralen gedurende een half uur tot in den kelder door; en als dan de arme knaap daar zat en zich in de zon koesterde en het roode bloed door zijn dunne vingers zag, wanneer hij deze voor de oogen hield, dan heette het, dat hij dien dag uit geweest was.

Bruin, die een grooten eerbied koesterde voor het scherpe vernuft en het goede beleid van den vos, ging er dadelijk op uit om een blok te zoeken en kwam spoedig met een heel zwaar terug, waarmede de vos zich zeer ingenomen betoonde.

Die reis geleek een zegetocht, te Lausanne wachtte hem een deputatie uit het kanton Wallis, dat slechts een aanleiding zocht om het juk van Berns tiranniek beheer af te schudden en allerwege verrieden vlaggentooi, bloemen en luid gejuich de sympathie, die de bevolking voor hem koesterde.

Meneer Bollekens was een man van vijf en zestig jaren, groot, zwaar en dik; met rood gezicht en grijze, borstelige haren. Hij had last van allerlei kwaaltjes en kwalen en koesterde zoo goed als geen vertrouwen in de bekwaamheid der doktoren, die hem toch nooit geheel genezen hadden.

Wij zagen, dat het juist hun eenvoud was, welke de Franschen uit den tijd van het Keizerrijk, die begeerig waren iets van een krachtig temperament te vervaardigen, aantrok; wij zagen, dat dit element den eerbied der Laat-Impressionisten afdwong, een groep, welke zoo buitengewoon ernstige aspiraties koesterde.

Want drie gouden tientjes vertegenwoordigden voor de arme ziel een kapitaal, waarvoor zij den diepsten eerbied koesterde. Zij was zoo gewoon hare inkomsten slechts bij stuivers en centen te ontvangen, dat dertig gulden voor haar een schat vertegenwoordigde, waarmede zij bijna zoo rijk werd als een koning.

Hij beantwoordde dat alles met een trotschen blik van minachting. Zijne houding toonde genoegzaam aan, dat hij geen vrees koesterde, hoewel eene afdeeling soldaten te hulp was moeten geroepen worden, om zijn leven tegen de gewelddadigheden van het grauw te beveiligen.

Ik koesterde eene hoop, die tegelijk eene vrees was; het was, dacht mij, onmogelijk, dat de verschrikkelijke stranding van het vlot niet alles vernietigd zou hebben, wat er op was. Ik bedroog mij. Op den oever komende, zag ik Hans onder eene menigte ordelijk gerangschikte voorwerpen staan. Mijn oom drukte hem de hand met een levendig gevoel van erkentelijkheid.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek