Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 oktober 2025


Erger was, dat de voorraad patronen niet zoo bizonder groot was. John Cort, Max Huber en Khamis waren wel gewapend met voortreffelijke karabijnen en revolvers, maar wat baatten hun die wapens, als kruit en kogels ontbraken!

Hoe lang zouden John Cort, Max Huber, Khamis en Llanga in dit dorp blijven? Zou alles goed afloopen, zou er geen onraad komen? Van vluchten kon geen sprake zijn, daartoe werden zij te goed bewaakt. Maar al ware dit niet het geval geweest, hoe zouden zij dan den rand van dit onmetelijke woud kunnen bereiken, of de Rio Johausen terugvinden?

Maar hoe gevaarlijk deze laatste ook moge zijn voor paarden en kameelen, voor den mensch is hij onschadelijk, evenals voor roofdieren. Het kleine troepje bleef tot ongeveer half zeven in Zuidwestelijke richting voorttrekken en Khamis zag reeds uit naar een geschikte rustplaats voor den nacht, toen de aandacht van Max Huber en John Cort getrokken werd door roepen van Llanga.

De tocht had groote moeilijkheden opgeleverd, allerlei slingerplanten, allerlei belemmerende struiken hadden weggekapt moeten worden en dit was een zwaar werk geweest. Daarom liet Khamis onder een zeer hoogen boom halt houden. Zijn bladerdak begon zes meter boven den grond en was grijsachtig groen, waartusschen witte bloemen prijkten.

Ziek was hij niet meer, dat bleek, en hij had met zijn gezondheid ook zijn vroegere lenigheid teruggekregen. Klaarblijkelijk wilde hij de medaille weggrissen, maar Khamis sprong hem in den weg en greep hem vast. "Li-Mai!... Ngala!... Ngala!" schreeuwde het kleine wezen.

De eerste die wakker werd was John Cort en het was nog zoo donker of het nacht was. Hij stond op en onderscheidde met moeite de gestalten van Max Huber en Khamis aan den voet van de boomen. Allereerst ging hij naar het vuur; de asch gloeide nog en met wat droge takken en bladeren vlamde het weldra weder op.

Den volgenden morgen, 11 Maart, hervatten John Cort, Max Huber, Khamis en Llanga, geheel uitgerust, hun tocht. Nog waren zij niet ver gegaan, of zij kwamen op een plek, die ongetwijfeld dikwijls door groote dieren werd bezocht, want verscheidene platgetrapte paden liepen hier in allerlei richting.

Dit alles was door Khamis ontdekt, die herhaaldelijk getracht had buiten het dorp te komen, maar steeds hadden de schildwachten bij den trap hem dit belet. Zij waren daarbij niet altijd even vriendelijk en eenmaal zou hij misschien zelfs mishandeld geworden zijn, als Lo-Mai, door het tumult aangelokt, niet tusschenbeide ware gekomen.

Hier en daar waren planken gemaakt, waarop het proviand lag: vruchten, wortels, een stuk vleesch, eenige geplukte vogels. Aan een paar sterke dorens, die als spijkers dienst deden, hingen eenige uit boombast geweven doeken. Twee Wagdies, een man en eene vrouw, stonden op, toen Khamis met zijn troepje voor de hut verscheen.

Daar riep Khamis zijn reisgenooten voor het ontbijt en tegelijkertijd kwam Llanga terug met eenige eendeneieren, die met een stuk antilope-vleesch een goed maal opleverden. Toen werd het vlot naar de rivier gesleept en kon de tocht worden voortgezet.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek