Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Maar 't was een groot verdriet voor de kavaliers, dat het gastvrije thuis, waar ze zooveel goeds genoten hadden, zooveel schade moest lijden in hun tijd. Ach, kinderen van later tijd! Hadden gij of ik de boschvrouw maar ontmoet op de markt van Karlstad! Meent ge dat ik niet door 't bosch geloopen heb en geroepen: "Boschvrouw, boschvrouw! Hier ben ik Kevenhüller, Kevenhüller!"

En zij gaven haar bescherming, ze eerden haar als een koningin en hadden haar lief als een kind. Alleen Kevenhüller zag wie ze was. In het begin was hij ook verblind, zooals alle anderen. Maar op een dag had ze een kleed van groene zijde aan, met weerschijn en toen ze dat aanhad, herkende Kevenhüller haar.

Had hij 't niet onder de trap gezet om 't huis aan te steken? Kevenhüller zag voor zich uit, versteend van schrik. "Ben ik dan krankzinnig?" zei hij. "Hoe kon ik dat toch doen!" Op 't zelfde oogenblik ging de goed gegrendelde deur van zijn werkplaats open en de boschvrouw trad binnen. Ze stond op den drempel, glimlachend en stralend van schoonheid. Haar groen kleed had vlek noch rimpel.

Hij nam een paard en wagen, want hij was niet meer zoo jong en vlug ter been. En men zegt dat hij, als hij aan een bosch kwam uit zijn wagen ging en de groengekleede uit 't kreupelhout riep: "Boschvrouw! Boschvrouw! Ik ben het, Kevenhüller, kom dan toch." Maar ze kwam niet. Op deze reizen kwam hij ook naar Ekeby een paar jaar vóór dat de Majoorske verdreven werd.

Klokken luiden, wagens ratelen, spuiten komen te voorschijn, water wordt uit het meer aangedragen, van uit alle dorpen stroomen de menschen toe. Men hoorde geschreeuw, gejammer en luide bevelen; nu stortte het dak in met verschrikkelijk gekraak en in een zee van vonken. Maar Kevenhüller stoorde er zich niet aan. Hij zat op zijn aanbeeld en wreef de handen.

Toen hij zijn getuigschrift als meester gekregen had, nam hij den ransel op den rug, den knuppel ter hand en ging van de eene plaats naar de andere om alles te bestudeeren, wat door rollen en raderen bewogen werd. Kevenhüller was geen gewoon horlogemaker, hij wilde een groot uitvinder en wereldhervormer worden.

Het werd avond en het werd nacht onder het werk. Velen onder hen dachten er aan, hoe wonderlijk het was, dat zij nu weer Kerstavond in de smidse zouden houden. De bekwame Kevenhüller, die de smidse en den molen gebouwd had, in dezen drukken tijd en Kristiaan Berg, de sterke kapitein stonden aan 't vuur en letten op de smeltkroes. Gösta en Julius brachten kolen aan.

En van Ekeby ging er een roep uit over Wermeland: "Kevenhüller is weer aan 't werk gegaan." En ademloos luisterde men naar de hamerslagen in de afgesloten werkplaats, naar het gekras van de vijlen en 't steunen van de blaasbalg. Een nieuw wonderwerk zal ontstaan. Wat zal dat wel zijn? Zal hij ons nu leeren over 't water te loopen? of een ladder maken naar 't zevengesternte.

Toen hij weer tot bewustheid kwam, lag hij op 't dak van zijn eigen toren met de verbrijzelde vliegmachine naast zich. Hij was recht op zijn eigen molen afgevlogen. De wieken hadden hem gegrepen, hem een paar keer rondgedraaid en hem toen op 't torendak geworpen. Zoo was dus dit spel voorbij! Kevenhüller was op nieuw wanhopend.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek