United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Straks is het tijd, de kerstlichten in de kerk te Bro aan te steken en diep in 't bosch, bij de hut heeft de jonge man de knetterende houtmijt opgestapeld, die zijn liefste zal voorlichten op weg naar de kerk. In alle kleine huisjes heeft de huismoeder takjes met lichtjes er aan in het venster gezet, om aan te steken, als de kerkgangers voorbij kwamen.

Dat ouderwetsche Hollandsch van Buter is misschien vloeiender; maar die nieuwe taal van de Synode slaat er beter op los! Even over half tien kwamen de "kerkgangers," achttien in getal, want om gewaarborgd te zijn tegen alle spitsvondigheid werd Beukman voor den negentienden gerekend. Onder die achttien waren ook mijnheer en juffrouw Builders en Jannetje Huiskamp.

De kerkgangers die het dichtst hij den genoemden pilaar zitten, vernemen het neerslaan der vijf treden eener koets, en voelen een sterken luchtstroom, want de groote kerkdeur is nu geheel geopend. Daar komen ze! Zie, zie.... daar komen ze langs den pilaar te voorschijn. 't Is een heerlijk paar. Beiden zien ze wat bleek. Maar 't is geen wonder; in zulk een plechtig oogenblik!

Ons drietal koos een stille eenzame weg, om naar het optrekje te komen. Hun geweten zeide hun, dat zij niet goed deden, en daarom trachten zij zooveel mogelijk de kerkgangers te vermijden, onder welke de een of ander kon zijn die hen mocht herkennen en het aan hunne ouders brengen. "Dan zou er wat opzitten," had Pieter gezegd.

De verspreide kerkgangers waren weinig in getal.... nog enkelen, die zich verlaat hadden, spoedden zich en alles was stil onder den adem van eene landelijke Zondagsrust. In de verte blaatte een geit.

Die hoofddoek is onafscheidelijk van de vrouwen en meisjes, en het is een aardig gezicht, als zoo'n boot vol kerkgangers voorbijgaat en men de stijve vijfhoeken daarin op rijen ziet geschaard. De maagd en de vrouw, de bruid en de grijze dragen ze, maar niet allen op dezelfde manier.

De R. K. Agathakerk met haar hoogen koepel en trotschen voorgevel, is gebouwd naar het voorbeeld van de St. Pieterskerk te Rome en zou een groote stad niet onwaardig zijn. De kerk is 82 M. lang, 26 M. breed, en bestemd voor 28 altaren met 12 koepels. Zij is veel te groot voor de plaats en kan nauwelijks voor de helft door de kerkgangers gevuld worden.

Het was Zondag en de kerkgangers gaven eenige gelegenheid tot een praatje. De zomer was er zeer droog geweest, de oogst was tegengevallen en vooral de weiden waren treurig verbrand; de laag teelaarde op den rotsbodem was hier nog te dun en dientengevolge zeer gevoelig voor de uitersten van het weêrgetij.

Daaromheen was het gras plat getrapt, want de vroolijke dansmuziek had er geklonken in den zomernacht. Beneden op 't Löfvenmeer wemelde 't van houtvlotten. De kleine witte zeilen waren opgeheschen ter eere van den dag, hoewel de wind ze niet deed zwellen en elke masttop droeg een groenen krans. Op de vele wegen die naar Bro voerden, kwamen de kerkgangers aanwandelen.

"Dag, jongens!" riep vader en boog zich nog even uit het wagentje. "Ga niet te ver uit de buurt, hoor!" "Dag zus, zoet zijn," riep moeder en wuifde met de hand, boog zich om het zeil van den kap, nog eens en nog eens. "Dag! dag!!" Toen de kerkgangers om den hoek waren verdwenen, holden Tony en Désiré het erf op en lieten zich onder luid gejuich en geblaf door zus en Trijntje nazetten.