Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Want het scheen haar toe, dat de planken, waarvan haar bed was gemaakt, met elkaar spraken! "Hoe maakt gij het, mijn broeder?" En de andere plank antwoordde: "Dank je, ik maak het het heel goed; hoe maakt gij het?" "O, best," antwoordde de eerste plank; "maar ik zou wel willen weten, hoe het met onze arme moeder gaat in haar donkeren kerker! Misschien heeft zij honger en dorst!"
De kerker werd eindelijk geopend, en een overste, door wapenknechten vergezeld, riep bij name Ivo-den-wolvenjager en Benkin-den-schutter op, om hem voor de rechtbank te volgen. Men drukte den geroepenen de handen en herinnerde hun de gedane belofte tot onplooibaren moed.
Hoewel hij smeekte, aan hare voeten schuld te mogen belijden, wilde zij hem zelfs niet ontvangen, doch liet hem geboeid naar de Plaza Mayor voeren, het tooneel van zijn misdrijf, en vervolgens gevangen zetten, in den kerker van Arevalo.
Nadat hij hem had laten roepen, onderhield hij hem zeer ernstig met verontwaardigd gezicht en beval, dat hij naar den kerker gebracht werd. De monnik antwoordde gevat: Heer, ik ben nog niet zoo lang lid van de Orde van Sint-Benedictus, dat iedere bijzonderheid van haar mij bekend is.
Deze kerker is geene plaats om er in te schertsen. Gevangenen, die tienduizendmaal meer waard waren dan gij, zijn binnen deze muren omgekomen, zonder dat hun lot ooit bekend is geworden. Maar voor u is een langzame kwijnende dood bespaard, waartegen de hunne zaligheid was."
Zij zijn bijna allen uit het zuidoosten van Rusland of uit Siberië afkomstig: de een verliet het land om aan den kerker te ontkomen; een ander om zich aan de militaire dienst, zoo gehaat bij de muzelmannen, te onttrekken; een derde weer om een andere reden.
verhaalt ons de droefheid van een krijgsman, die in zijn diepen kerker niet bemerkt, hoe de jaren wisselen en hoe de maan wast en afneemt: Ach, droefenis woont in mijn hart, hoe schoon de Mei ook straalt, Ik weet niet, dat de dag ontwaakt, en dat de avond daalt; Eéns zong een blijde vogelstem bij 't rijzen van de zon; Dan wist ik, dat de nacht verdween, en dat de dag begon.
De broeders Martin Ladvenu en Isambart de la Pierre krijgen de opdracht de veroordeelde te gaan mededeelen, dat zij den volgenden dag zal verbrand worden. In den vroegen morgen van den 30en komen zij in den kerker van Jeanne. Martin voert het woord. Als hij uitgesproken heeft, barst Jeanne in een wanhopig snikken los.
Gij grijpt naar uw gordel? Gij verbleekt? Uw mes is verdwenen?" »Het is weg. Ik moet het verloren hebben, en een vijand van mij..." »Bind hem, boei hem, Bischen! Leid den verrader en zijne valsche getuigen naar den kerker! Morgen worden ze allen geworgd. De dood is de straf voor den meineed. Als zij ontkomen, dan verbeuren de wachters hunne hoofden.
De oude geuzen antwoordden: De admiraal wil dat niet voor de monniken: hij is de meester: hij nam den Briel. In den kerker, de monniken! Soldatenwoord is gulden woord! Waarom schendt hij zijn woord? antwoordde Uilenspiegel. De monniken, die in den kerker worden gehouden, zijn aan de grofste beleedigingen blootgesteld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek