Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
En eindelik komt de beurt aan het Beiers-Oostenrijkse Duitsland, waar de eigen nationale kultuur zich nog het langst tegen de indringer verzet had, waar de oude heldenliederen van Siegfried en Krimhilde en Wolfdietrich nog voortdurend in de grote hal der kastelen weerklonken en waar het inheemse minnelied nog steeds aan de hoven gekultiveerd werd.
Aldoor worden er over en weer bezoeken afgelegd, de families trouwen onder elkaar, gronden en kastelen worden verkocht of uitgewisseld en de arme ridders zonder land of met niet meer dan een achtste deeltje in een familieslot als erfenis, trekken van het ene kasteel naar het andere rond.
En ridders die in Spanje geweest waren en daar gastvrijheid genoten hadden bij de ongelovige muzelmannen, of kooplieden die in Byzantium vertoefd hadden en een klein idee gekregen hadden van wat de beschaving daar betekende, die kwamen naar huis en vonden het leven lelik en vulgair, de zeden plomp en naief, zelfs in de kastelen van de machtigste baronnen.
Het afscheid van huis legt een pathos in vele gemoederen, dat ons nog uit de gevoelvolle liederen te gemoet klinkt waarin Provençaalse, Franse en Duitse ridders hun kastelen en goederen, vrouw en kinderen en al hun ondergeschikten een afscheid toe roepen; hun heimweezuchten van uit het Oosten of van op de zee; de verlangens der achtergebleven vrouwen naar hun »Seigneur". Elke avond luiden de kerkklokken om de thuisgeblevenen tot het gebed op te roepen, voor hen die »over de zee" waren getrokken; »ik zing," zo klaagt de Vrouwe van Fayel, »om mijn ziek gemoed te versterken, opdat ik niet sterve of krankzinnig worde van verdriet, wanneer ik niemand uit het heidense land terug zie keren, waar hij is, die mijn hart doet kloppen, wanneer ik hem maar hoor noemen," en het refrein luidt: »God, wanneer ze roepen: op ten strijd!, help dan de pelgrims, want voor hem ben ik bevreesd; de Saracenen zijn zo wreed."
De ridder is het type van den adel in de 12de en 13de eeuw, gelijk de baron het was in de 11de eeuw; waren toen de verspreid liggende kleine kastelen de centra van het adelsleven, nu worden het de grote grafelike en hertogelike hoven en die roepen tot ridderspel op en kruistocht, waar de adel alom aan mededoet.
Uit die anarchie rijst weer een maatschappelike orde op. De kastelen die de baronnen overal in het land gebouwd hebben ter bescherming van hun eigenmachtig optreden, zijn feitelik de cellen voor een nieuwe maatschappij geworden.
En de geestelike die boeken gelezen heeft, wordt overal waar hij als gast op de kastelen komt, als een levende encyclopaedie beschouwd en moet niet alleen van de »Gesta Romanorum" vertellen over alles wat er ten tijde der oude Romeinen gebeurd is maar ook van alles wat er in de heilige Schrift te lezen staat.
Zij hebben zich in Brugge en in Gent huizen gebouwd, welke onze kastelen in pracht te boven gaan; is dit niet een hoon voor ons? Gewis, dit mogen wij niet langer verdragen."
Wij hebben uit het jaar 1000 ongeveer, verschillende leefregels voor jonge geesteliken en nonnen, door geesteliken geschreven. Zo is er b.v. één, waarin Bernhard van Clairvaux de jonge man inprent hoe hij zich gedragen moet, spreken, de mensen moet aankijken, enz. Zulke leraars zijn het die de klerken naar de adel op de kastelen sturen voor hun zoons.
Maar van de oostzijde beschouwd, verheft het zich trots omhoog, en met weinig verbeelding kan men uit de grillige vormen der rotsen op zijn kruin, zich de lijnen van kastelen, bolwerken en torens voorstellen; bouwvallen van wat door een verdwenen reuzegeslacht werd tot stand gebracht; verblijfplaatsen van de berggeest, die volgens de sage zich in het gebergte schuil houdt, om zijn tegenwoordigheid een enkele maal bij stormweer en noodgetij te openbaren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek