Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


"Wie anders dan zij?" vraagde De Witt, terwijl geen spier in zijn gelaat de vreugd deed blijken, die er in zijn hart huisvestte. Ook de Prins had zich hersteld; want met kalmte wendde hij zich tot Buat en zeide: "Wees zoo goed, te zorgen, dat mijn karos straks voorkome. Ik moet naar het Noordeinde om Harer Hoogheid mijnen dank te betuigen." "Voorzeker," antwoordde De Witt.

Constantijn Huygens de zoon, in zijn rijtuig op weg van Den Haag naar Leiden, werd aangereden door de karos van den raadsheer van der Goes. Zijne vrouw, naast hem, snauwde hem toe »soo bruy je altijt maar toe«, en met dezen nijdigen trek om de lippen staat zij nu voor ons misschien onverdiend. Want Huygens, zelf geen hoogstaand man, zag de kleine dingen eer dan de groote.

De Witt steeg uit de karos en werd vervangen door den Heer van Zuijlestein, die naar het Huis ten Bosch zou mederijden. "Niet te doorgronden, een raadsel is die knaap, ook voor mij!" bromde de Raadpensionaris tusschen de tanden. "Intusschen hij is nu reeds in zijn zestiende jaar, en 't zal niet lang meer duren, of hij kan mij gevaarlijk worden. Daar is maar één middel om dat te verhoeden.

Op Dinsdag den vierden November, dus tien dagen vóór zijn negenden verjaardag, vertrok hij, vergezeld van zijne moeder en grootmoeder, in een karos naar Leiden, waar hem de Hoogleeraar Joannes Coccejus, dat jaar Rector Magnificus met een deftige redevoering in 't Nederlandsch verwelkomde.

Reeds is zij daarheen op reis gegaan en zij laat u door mij duizendmaal groeten en haren innigsten dank betuigen." "Dat verheugt mij hartelijk," antwoordde de ridder. "Ik wensch der edele dame zegen en voorspoed op haar weg toe en verblijd mij, dat zij ook zonder mijne hulp tot hare rechten is gekomen. Maar waar is de karos? Sancho Panza, zorg gij, dat ik een rijtuig krijg."

Op den dag dat ik met de anderen naar Mansilla ging om de paarden en ezels te verkoopen, ontmoetten wij den zoon van den corregidor van Leon met vier welgewapende en bereden mannen achter zijn karos. Wij deden twee van zijn lieden in het zand bijten, de twee anderen vluchtten.

"Gij weet zeer goed, dat die onder goede buren niet te pas komt, vooral niet bij een gelegenheid, welke dient tot verbroedering." "Gij hebt volkomen gelijk," verzekerde de deken. "Doch ik hoor het rollen eener karos. Het zal Zijne Hoogheid zijn. Wij zullen komen," vervolgde hij tot den buurtknecht, die kwam zeggen, dat de koetsen van Zijne Hoogheid in het gezicht waren.

Laat ons van de afwezigheid van don Ambrosis profiteeren; ik zal de karos laten voorrijden en wij vertrekken onmiddellijk." Ik stemde toe. Don Alvares snelde naar Zamara, kwam binnenkort terug met zijne drie ruiters en ontvoerde mij te midden mijner vrouwen, die niet wetend wat te denken van deze ontvoering, verschrikt vluchtten.

Maar, hoe verwonderd zij ook stonden, toen de Prins den van moord verdachten Pieter en diens zuster Martha bij zich in de karos nam, er klonk een luid: "Vivat! lang leve de Prins van Oranje!" uit aller mond. De karos van den Prins werd door een andere gevolgd, waarin de vier heeren zaten, die Zijne Hoogheid vergezeld hadden.

Alleen Inès wist er alles van, doch zij weigerde haar lot aan het mijne te verbinden, daar zij een kamerdienaar van Don Ambrosius liefhad, wat wel bewijst dat de gehechtheid van onze getrouwste bedienden niet bestand is tegen de liefde. Ik steeg dus met don Alvarez in den karos, nam alleen mijne kleederen mee en eenige juweelen, die ik voor mijn tweede huwelijk reeds bezat.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek