Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Met een gil van angst vloog Rozeke naar buiten. Kamiel, reeds uit de schuur gehold, had het paard bij den breidel vastgegrepen. "Bezinne!" schreeuwde hij als uitzinnig, "bezinne! bezinne! d'r es 'n ongeluk gebeurd!" "Och Hiere! och Hiere! och Hiere!" riep Rozeke met doffe kreten.

"Woar goa-je noartoe, boas!" liep Kamiel hem angstig na. "Noar den duuvel?" antwoordde Smul met een woedenden blik. En weg ging hij, in de grijze schemering. Nog steeds, doch doffer nu, lag Rozeke in 't achterhuis te gillen. Het kleintje, dat eerst een poos hevig geschreid had, lag nu opgewonden, met blinkende oogjes en zwaaiende armpjes, blaas-pruttelend in zijn wieg te woelen.

"Toe, Kamiel, hoast ou, 't es wried, de bezinne goa stirven!" In machtelooze wanhoop schudde de knecht het hoofd, Smul steeds met ijzeren greep onder zijn klauwen houdend. Gelukkig zag hij juist iemand achter 't hek voorbij stappen en riep hem dringend: "As 't ou blieft vriend, leupt toch al gauw om den dokteur, de bezinne ligt op stirven!"

Hij wipte in de sjees en onder kletsende zweepslagen joeg hij van 't erf, zóó wild, zóó ruw, dat het rijtuig tegen een der stijlen van het hek aanbonsde en bijna kantelde. Als in een helsche vlucht zag Rozeke het in den modderweg verdwijnen. Kamiel stond het even, als van schrik geslagen, na te staren en keerde eindelijk hoofdschuddend in de schuur terug.

"Wa és da? wa gebeurt er hier?" zei de man, verstard kijkend in 't gras op Smul en met schrik-oogen luisterend naar het onophoudend noodgegil in huis. "Och leupt toch! leupt toch! 't es te wried!" smeekte Kamiel zelf huilend. De man holde weg en plotseling richtte Smul zich in het gras half op. Kamiel sprong toe en drukte hem weer neer. Maar Smul was opeens bijna kalm geworden.

"Zou hij nu reeds durven...?" Zij riep angstig Meleken uit het achterhuis en beval het meisje dringend met de kinderen bij haar te blijven. Daarbuiten hoorde zij zijn ruwe stem, roepend naar Kamiel, die in de schuur aan 't dorschen was. "Kamiel, goa ne kier seffens mee mijn kopplementen bij boer Lauwe om zijn sjeeze vroagen en brijng ze mee." "Wa goat hij doen?" vroeg Rozeke zich angstig af.

"Loat moar, 't es gedoan," zei hij, zich nijdig loswringend. "Blijf hier, boas, wa goa-je doen?" "Hoal mij mijn klakke," zei Smul. Kamiel vloog in huis, nam Smuls pet, die naast den haard lag en rende er weer mee naar buiten. Smul zette ze op, veegde met zijn mouw het bloed van zijn gezicht en stapte somber, gedrochtelijk-hinkend, naar het hek.

"Loat mij los, nondedzju! ze moet deud! ze moet deud!" gilde Smul, bloedend en spuwend, als een gewond beest in den hoek van den haard onder Kamiels forsche knelling in elkaar gedrukt. "Stille, boas, stille," hijgde Kamiel met reusachtige inspanning den woesteling in bedwang houdend.

Een geweldige bons op de voordeur en als onder het rammeien van een heiblok vloog ze open, en Kamiel en Meleken kwamen binnengestormd. Met één machtigen ruk trok de stalknecht Smul van Rozeke's lijf, gooide hem als een pak in den hoek bij den haard, sprong op hem toe en hield hem daar onder bedwang, terwijl Meleken haar als zinneloos gillende meesteres optilde en naar het achterhuis droeg.

In de "Jonge Vlooi" had hij een bende boeven en straatmeiden met wijn getrakteerd. Van uit de "Jonge Vlooi" was de geheele troep met hem meegegaan naar het "Luizegevecht", waar zij nogmaals wijn gedronken en gedroogde worst gegeten hadden. Daar van daan waren zij in de "Gesieperde Kavanse" terecht gekomen.... En daar ook moest Kamiel zijn opsporingen staken.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek