Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 oktober 2025


De hemel, die sedert ons vertrek onbewolkt was geweest, begon langzamerhand te betrekken en weldra viel een motregen, die wel niet zou ophouden. De schapevacht beschutte Vitalis voldoende en zij kon ook Joli-Coeur beschermen, die bij den eersten droppel terstond zijn schuilplaats had opgezocht.

Maar vóór ik nog iets had kunnen zeggen, werd ik door een heftig geblaf van Capi in de rede gevallen. De hond sprong tegelijkertijd naar de tafel waarop Joli-Coeur was blijven zitten. Deze had gebruik gemaakt van een oogenblik, dat ieders oog op mij gericht was en het volle wijnglas van zijn meester leeggedronken.

Onder het klimmen sprak ik gedurig vriendelijk tot Joli-Coeur, die zich niet verroerde, maar mij met zijne schitterende oogen aanstaarde. Ik was op het punt hem te bereiken en strekte mijn hand reeds uit om hem te vatten, toen hij plotseling met een enkelen sprong een anderen tak bereikt had.

Het was tijd dat ik hem uit de dwaling hielp, anders zou hij op mij misschien ook een aderlating hebben toegepast. Ik ben niet ziek, zeide ik. Niet ziek? herhaalde de dokter. De knaap ijlt. Zonder te antwoorden sloeg ik het dek een weinig op en wees op Joli-Coeur, die zijn poot om mijn hals had geslagen. Dat is de zieke, zeide ik. De dokter deed twee stappen achteruit en wendde zich tot Vitalis.

Als ik wegging, zou hij ons misschien kunnen verliezen en nooit meer terugkomen; als ik bleef, miste ik de gelegenheid om eenige stuivers te verdienen voor een middagmaal. En de behoefte aan dat middagmaal werd hoe langer hoe grooter. De oogen van de honden waren wanhopend op de mijne gevestigd en Joli-Coeur wreef zijn buik en liet nu en dan een nijdig gebrom hooren.

Terwijl wij nog op den grond de sporen van Joli-Coeur zochten hief Capi den kop omhoog en begon vroolijk te blaffen; dit deed ons aanstonds begrijpen, dat wij boven ons en niet op den grond moesten zoeken. Wij zagen dan ook, dat de sneeuw, die onze hut bedekte, hier en daar was omgewoeld tot een dikken tak, die boven het dak zich uitstrekte.

Tot heden had de heer Joli-Coeur geen anderen knecht dan Capi, maar hij wilde liever een oppasser, daar zijn middelen hem deze kleine weelde veroorloofden; de dieren zijn lang genoeg de slaven der menschen geweest; het werd dus hoog tijd, dat hij hierin eene verandering bracht. Terwijl hij op de komst van dien oppasser wachtte, liep de generaal in zijn kamer op en neer en rookte een sigaar.

Dertig mijlen legt men niet gemakkelijk in een paar uur af. Toch begaven wij ons op reis. Vitalis stopte Joli-Coeur onder zijn jas, om hem wat van zijn eigen warmte te geven, en de honden welke blijde waren met dit droge weder, liepen voor ons uit.

Het lastigste voor ons was, dat ook wij behoorden tot de hinderpalen op haren weg. Als de vlokken ons troffen, gleden zij over het gladde heen, maar in elke plooi of opening drongen zij binnen als stof en smolten daar. Ik voelde hoe ze als koud water langs mijn hals afdropen en mijn meester, die de schapevacht had opgelicht om Joli-Coeur lucht te verschaffen, was niet beter beschut.

Van tijd tot tijd stak Vitalis de hand onder den deken om naar Joli-Coeur te voelen; maar deze werd niet warmer en toen ik mij over hem heenboog, hoorde ik hem klappertanden. Weldra kregen wij de overtuiging, dat wij op deze wijze het bloed in zijne aderen niet konden verwarmen. Wij moeten het een of ander dorp zien te bereiken, zeide Vitalis, opstaande, anders gaat Joli-Coeur hier dood.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek