Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
De Indianen slaan hunne kinderen nooit, om welke reden het ook zy; en hun geheel onderwys bestaat in hen te leeren jagen, visschen, loopen en zwemmen. Nimmer beledigen zy elkander met scheldwoorden, en begaan geen diefstal; de leugen is onder hen eene onbekende zaak.
De waterleiding werd aangelegd, en toen in de eerste plaats het zand op den bodem van het keteldal ontgonnen. Wat de voeding betrof, men had meel en andere benoodigdheden in groote hoeveelheden medegenomen. Voor vleesch zorgden iederen dag afwisselend drie personen, die uit jagen moesten gaan, terwijl de anderen in het dal werkten.
Hij was gewoon op jacht te gaan in de gloeiende heete woestijn, alleen, of slechts door eenige begeleiders vergezeld en men vertelt het volgende over zijn jachtavonturen. Op zekeren dag, het was nog voor den tijd, waarop hij den Egyptischen troon besteeg, was hij zonder gevolg in de woestijn aan het jagen.
In het eerste geval verwisselt hy alleen zyn onderbroek tegen een broek van dun linnen of zyde. Vervolgens gaat hy zitten, en reikt zyne beide beenen toe aan eenen jongen Neger, die hem de schoenen aantrekt; te gelyker tyd word hy door eenen anderen gekapt of geschoren; en een derde is bezig, om de muggen van hem weg te jagen.
Toen viel zij hem om den hals of zij hem wilde kussen, maar nam hem tegelijk handig den ransel van den schouder en liep er meê weg. Toen zij nu alleen was klopte zij er op en beval de soldaten, dat zij hun vorigen meester moesten gevangen nemen en uit het paleis wegbrengen. Zij gehoorzaamden, en de valsche vrouw liet nog meer manschappen volgen, die hem over de grenzen moesten jagen.
Kom, we wandelen samen naar je huis, en als je vader het goed vindt, blijf ik een poosje bij je. Mij dunkt, we zullen dan samen dat groote verdriet wel op de vlucht jagen. Droog nu eerst eens je tranen. Ziezoo. Steek je arm maar door mijn' arm. Maar wacht eens, je manteltje is scheef dichtgeknoopt. Komaan, knoopen, ieder in zijn eigen knoopsgat, hoor!
Toen de zon mooi op was, en de bomen hun schaduw op de grond begonnen te gooien, maakten ze ons allen bij mekaar en begonnen ons aan te jagen. Mijn vader was zo zwak, dat hij bijna niet kon lopen, en mijn moeder, die mij en mijn zusje aan de hand had, liep stilletjes te huilen. Eén van de mannen, die ons gevangen hadden, en die de kapitein was, was mijn vader een paar maal komen bekijken.
Onder woest geschreeuw en de grootste verwoedheid beval hij zijn manschappen vuur te geven. Zelf ging hij met zes van de moedigsten naar den adelantado; want, dacht hij, als we dien aanvallen en dooden, dan kunnen we de overigen gemakkelijk uit elkander jagen. Een verwoed gevecht volgde. Met één slag sloeg Porras het schild van den adelantado in stukken en wondde hem aan de hand.
»Om.... om.... er te blijven, meneer?« vroeg Oliver angstig. »Nee, nee, jongenlief. Niet om er te blijven,« antwoordde de Jood. »Wij zouden je niet graag kwijt zijn. Wees maar niet bang Oliver, je komt weer bij ons terug. Ha! ha! ha! We zullen zoo wreed niet zijn, je weg te jagen, lieverd. O nee, nee!«
Onze held was op zijn beurt nu ook eens het slachtoffer van de sluwheid zijner tegenstanders, en voegde zich bij de jacht zonder eenige achterdocht. De Prins werd gebracht naar een groote en woeste vlakte, met hoog gras bedekt. Terwijl hij bezig was het wild op te jagen, ontdekte hij plotseling vuur in zijn nabijheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek