Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Mijn hart klopte hevig; zouden wij boven komen en aan de Pool de vrije lucht inademen? Neen, een schok verkondigde mij, dat de Nautilus onder tegen de ijsbank gestooten had, en dat deze, blijkens het doffe geluid van den slag nog zeer dik was. Wij lagen nog op 330 meter diepte, zoodat er een dikte van 440 meter ijs boven ons hoofd lag.

Voordat hij in de muren liet hakken, beval hij boringen te doen om den goeden uitslag te verzekeren en te verhaasten. Er werden diepe gaten in de zijmuren gemaakt, doch na vijftien meter diep geboord te hebben, stiet men nog altijd op den ijsmuur. Het was onnoodig den muur boven ons te onderzoeken, omdat zich daar de ijsbank zelf bevond, die meer dan vierhonderd meter dik was.

Ik erken dat Ned Land gelijk had, en zoolang er geen schepen gebouwd worden, om over die ijsvelden te varen, zullen wij wel altijd voor die ijsbank blijven steken. Niettegenstaande zijn pogingen en krachtige middelen, die hij inspande om het ijs te doen barsten, was de Nautilus tot onbeweeglijkheid gedoemd.

Op een diepte van 350 meter hield hij stil; de schroef begon te werken, en wij stevenden met een snelheid van vijftien kilometer in het uur naar het noorden. Tegen den avond dreven wij reeds onder de onmetelijke ijsbank.

"Welnu?" vroeg ik, daar ik hem niet begreep. "Begrijpt gij niet dat die vorst ons dan te hulp zou komen? Ziet gij niet, dat zij dan die ijsbank, die ons ingesloten houdt, zou doen vaneenspringen, evenals het ijs de hardste steenen doet splijten? Gevoelt gij niet dat die vorst dan ons reddingsmiddel zijn zou, in plaats van ons te verdelgen?"

Tegen vier uur deelde kapitein Nemo mij mee dat het luik van het plat zou gesloten worden. Ik wierp een laatsten blik op de dikke ijsbank, waar wij onder door zouden gaan; het was helder weer; de lucht was zuiver, de koude vinnig, 12° onder nul; maar omdat de wind was gaan liggen, scheen mij deze temperatuur niet onverdragelijk.

Het was achter de ijsbank, waarvan de massa zich aan den noordelijken gezichteinder uitstrekte, als het ware lente. "Zijn wij aan de pool?" vroeg ik met kloppend hart aan den kapitein. "Ik weet het niet," antwoordde hij. "Om twaalf uur zullen wij eens hoogte nemen." "Maar de zon zal door dien mist niet heendringen," zei ik, terwijl ik de grauwe lucht bekeek.

Door het open raam beschouwden wij de diepten van de Zuidelijke IJszee. De thermometer rees weer, en de naald van den manometer begon af te wijken. Op omstreeks drie honderd meter diepte, dreven wij, zooals kapitein Nemo voorspeld had, onder het gegolfde ondervlak der ijsbank. Maar de Nautilus zonk nog dieper; wij bereikten een laagte van acht honderd meter.

Tallooze zwarte plekken toonden reeds de vorming van het jonge ijs; de zee zou dus gedurende de zes wintermaanden waarschijnlijk geheel ontoegankelijk zijn. Waar bleven de walvisschen in dien tijd? Zonder twijfel zochten zij, onder de ijsbank door, een open zee. De zeekalven en walrussen, die beter tegen het ruwe klimaat konden, bleven in deze bevroren streken.

Hij zou ook weldra tegen den onderkant van de ijsbank zijn aangestooten en het was beter om het vaartuig vrij te laten drijven. "Dat zijn wij mooi ontkomen!" zei Koenraad. "Ja zeker; wij konden tusschen die ijsblokken verpletterd of ten minste vastgekneld zijn, en dan zonder versche lucht!" "Ja, ja, wij zijn er best afgekomen!" "Als het gedaan is!" mompelde Ned Land.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek