Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Nu, den horlogemaker "plait-il-de" dit zeer en hij werd te moede, alsof hij een werkelijke engel was en de provisiekamer van mamsel Westphalen, in vergelijking tegen zijne aardappeltjes met spek er bij, een paradijs; en toen hij aan de tweede flesch wijn was, redeneerde hij veel van "vin dit en vin dat" en van "de skoone Suisse."

De horlogemaker ging intusschen heimelijk weder door den slottuin terug; doch toen hij op den gewonen weg kwam, die naar het slot leidde, zette hij een hooge borst en stapte dat het een aard had, want hij was nu weder "la grande nation," en hij kwam rechtop en deftig de slotpoort binnen; dat deed hij heel mooi; hij was dan ook van aangezicht en postuur een knappe kerel.

"Ja, mijnheer, toen de horlogemaker getranspireerd werd; toen liep hij meê, en toen hij daarna weêrom kwam, praatte hij met de mammesel hoogduitsch, en naderhand fluisterden zij te zamen." "Hoogduitsch? Frits Sahlmann hoogduitsch? Wat heeft die lummel in 't hoogduitsch te praten? Wat zei hij dan?" "Hij zei: "Redding nadert."" "Zoo! en kwam naderhand de raadsheer?"

Evenmin, waarom Isaac kort na de geboorte van hun eerste kind zijn vrouw verliet en naar Konstantinopel trok als horlogemaker van den Sultan. Misschien waren hun omstandigheden moeilijk; het vaderlijk erfdeel was niet groot geweest; en er was oorlog. Misschien dreef hem, gelijk zoovelen, de zwerflust. Na zes jaar keerde hij terug: zijn vrouw was hem trouw gebleven, zij had hem nog lief.

De vraag was nu voor welk beroep hij opgeleid zou worden: horlogemaker, notaris of predikant. Het laatste trok hem aan, maar de nalatenschap van zijn moeder bleek niet voldoende voor de studiekosten. Zijn vader was hertrouwd en liet zich weinig aan den jongen gelegen liggen. Hij kwam als klerk op een notaris-kantoor, maar het werk stond hem tegen en zijn meester vond hem te stom voor het vak.

En hij roept Frits Sahlmann en zegt tot hem: "Frits, mijn jongen, ga eens achter uit door den slottuin, dat niemand je ziet, en loop naar den horlogemaker Droz, en zeg dat hij oogenblikkelijk zijn uniform moet aantrekken, met de hooge zwarte slobkousen en de beeremuts, en geweer en sabel; en dan moet hij door de kleine groene poort den tuin binnensluipen, tot onder het hoekvenster, en dan moet hij hoesten."

Door bittere armoe gedwongen, schrijft hij aan zijn vader, vraagt hem om hulp. De horlogemaker eischt, dat zijn zoon tot het protestantisme zal terug keeren; dat weigert hij. Nu zwerft hij een poosje rond met een oplichter die zich uitgeeft voor een griekschen monnik, naar West-Europa gekomen om te kollecteeren voor het Heilige Graf. Links en rechts vraagt hij hulp.

De horlogemaker ging, zoo geduldig als een lam, met zijne beide bewakers door de menigte heen; hij was in 't eerst wel erg verschrikt geweest, en de geheele zaak kwam hem dien nacht ook geducht onaangenaam en bedenkelijk voor, doch gedurende het verhoor, dat de adjudant hem had doen ondergaan, was hij in eene stemming geraakt die het best aldus kon uitgedrukt worden: "Praat jij maar!

Terwijl dus nu de horlogemaker zijne slobkousen dichtknoopte, en zijne beeremuts opzette, zat de molenaar Voss met den Franschman te zamen, en werkte wat hij kon in den rooden wijn van den baljuw, en de Franschman klonk met den molenaar, zeggende: "A vous!" en dan nam de molenaar zijn glas op en zeide: "Praat maar toe!" en dan klonk de molenaar weêr met den Franschman, en de Franschman bedankte en zeide: "Serviteur!" en dan dronk de molenaar ook en zeide: "Zet hem voor de deur!"

Juist toen dit gebeurde, werd er onder het hoekvenster gehoest, en mijn vader sloop de kamer uit en deelde den horlogemaker mede, wat hij doen moest.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek