Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Eindelijk zeide hij langzaam, en met onderdrukte woede tot den gevangene: "Een valsch adres? wat hooptet ge dan toch?" "Tijd te winnen!" riep de gevangene met heldere, forsche stem. En tegelijkertijd schudde hij de touwen af; zij waren doorgesneden. De gevangene was nu nog slechts met een been aan de krib gebonden.
En toen zij hem voor dit woord met een vriendelijken blik dankte, sloeg hij nogmaals zijn arm om haar middel, drukte haar vaster aan zijne borst, en vroeg: »Hebt gij aan mij gedacht?" »Alleen, alleen aan u!" »En hooptet ge, mij spoedig weer te zullen zien?"
"Zoo zijn de dwaze stervelingen altijd," hernam Eugenio: "even onmachtig om de tegenheden als om de vreugde te dragen: eerst waart gij opgetogen en verrukt van blijdschap, omdat gij het geheim uwer geboorte hooptet te leeren kennen; ongelukkig legt de kennis van dit geheim u een lastigen plicht op, en dadelijk verwenscht gij hem, die de moeite nam, het u te ontvouwen."
Maar toen Kaguya ontdekte, dat de beker geen licht uitstraalde, wist zij onmiddellijk, dat hij nooit aan Buddha had toebehoord. Zij zond dan ook den beker terug met het volgende gedicht: Van den hangenden droppel dauw Is de voorbijgaande glans Zelfs niet hierin: Op den Heuvel van 't Duister, den Heuvel Van Ogura, Wat hooptet gij daar te vinden?
»En ik was verantwoordelijk geworden voor uw geluk, voor uwe toekomst! Hoe die bijgedachte mij gekweld, hoe die verantwoordelijkheid mij gedrukt heeft, wat ik voor u en met u geleden heb, zult gij uit mijn dagboek zien; iederen avond heb ik eene ure met u, met mij zelven geleefd en geworsteld en dien strijd aan het papier vertrouwd, opdat gij dien eens in zijn geheel zoudt kunnen overzien, en gij mij zoudt kunnen vrijspreken van de verdenking u verwaarloosd te hebben, al schreef ik zelden en al waren mijne brieven »zoo onbestemd," zoo onbeteekenend, hadt gij mogen zeggen, terwijl de uwe mij alles schonken wat een vrouwenhart als het uwe in gul vertrouwen, in teedere openheid heeft te geven; maar, helaas! juist waar ik zag hoe gij op mij rekendet, met hoeveel innigheid gij u aan mij had gehecht, welke liefelijke droomen gij droomdet van onze vereeniging, die voor mij hoe langer hoe onzekerder werden, waar ik wist dat gij van maand tot maand hooptet op de komst van den verloofde, die uw bruidegom en echtgenoot moest worden, terwijl voor mij met iedere maand, met ieder jaar het uitzicht, dit doel, mijn geluk! te bereiken, meer en meer achterwaarts week en ten laatste als wegschoot achter de duisterste wolken als ik dit alles gadesloeg met een bloedend harte, terwijl iedere uwer teleurstellingen, iedere uwer grieven mij op het geweten brandde hoe kon ik dan voor u uitspreken, rondom welken afgrond mijne gedachten dwaalden? Zoolang mij nog eenige hope bleef, moest ik u d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek