Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Als zij zeer hongerig zijn, komen zij ook over dag bij het aas, n.l. wanneer het te vreezen is, dat hunne onaangenaamste concurrenten, de Gieren, er gebruik van zullen maken, en zij dus in hun bedrijf benadeeld zullen worden. Broodnijd bestaat bij hen in de hoogste mate; menigen hevigen strijd hebben zij om deze reden met ongenoode gasten te voeren.
"Beste vrienden," zeggen de kavaliers, "besten vrienden, jullie zijn moe en hongerig, laat ons je wat te eten geven en proeft eerst van Ekeby's eigengemaakten brandewijn." De menigte wil er niet van hooren. Zij huilt en dreigt. Maar de kavaliers worden niet boos. "Wacht maar," antwoorden ze, "wacht maar even. Zie, Ekeby is open. De kelderdeur, de provisiekamer, de melkkamer, alles is open.
Toen haalde de oude man schrijfgereedschap te voorschijn en de jongeman onderteekende de overeenkomst, waarna zij beiden in de visschersboot van den ouden man wegzeilden naar het vasteland. Daarna trok de jongeman als een bedelaar van huis tot huis en van dorp tot dorp op bloote voeten, verbrand en hongerig. De terugkomst van den jongeman.
En op het zelfde oogenblik stak een ezelskop uit het luik te voorschijn de kop van hun ezel, die gestald was in de schuur der taveerne en riep, hongerig: Hi-ha.... De gasten bulderden en bulkten en de Gallen duwden den ezelskop weg en rukten het luik weêr op. En zij brachten, de twee, het kastje.
Wee ook het Woestijnhoen, want juist deze Duif wordt door den Vos het ijverigst vervolgd! Hij behoeft er niet veel te vangen: een enkele reeds verschaft hem een lekker maal, genoeg voor hem en misschien ook voor zijn hongerig gezin. Gij moest hem eens zien sluipen, als zijn fijne neus de lucht gekregen heeft van een toom Woestijn-Hoenderen!
Ik kwam dien avond erg hongerig aan in Adaguines. Ik ging logeeren in de herberg en alsof ik groote verteringen kon maken, vroeg ik op hoogen toon een souper. De waard keek mij eens aan en ziende met wien hij te maken had, zeide op zoeten toon: "Edele heer, gij zult voldaan zijn, men zal u als een prins behandelen."
"Ziedaar mijne woning", zeide mher Van Praet. "Gelief mij te volgen, mher Baudewijn. Het middaguur is reeds voorbij. Gij moet vermoeid en hongerig zijn. Wees mijn gast." Baudewijn hield hem staan en zeide in gedachten, als hadde hij geene acht op deze uitnoodiging geslagen: "Er moet evenwel een middel zijn om 's graven schat uit hunne handen te krijgen!
Mager als een geraamte, van koude sidderend, hongerig klampt de grijsaard zich met al zijn gedachten aan zijn geld vast; zij zagen hem koortsachtig van zijn ellendige legerstede opspringen en een lossen steen uit den muur nemen, daar lagen gouden munten in een oude kous; zij zagen hem zijn gescheurden rok, waarin de goudstukken genaaid waren, angstig betasten, en zijn vochtige vingers sidderden!
Als hij erg hongerig was geweest, zou hij niet geaarzeld hebben op haar af te schieten, dat wist ze. Hij was vijftien voet lang, en met één hap kon hij haar in tweeën bijten. Maar zij had geen tijd aan hem te verspillen. Of zij zwom of niet, de strooming liep even goed van het land af. Een half uur ging voorbij, en de haai begon driester te worden.
Dien geheelen dag en den zomeravond die er op volgde, dwaalde hij rond, hongerig wordend, doch tot d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek