Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Eenige vrouwen die daar omtrent aan haar deur zaten, verhaalden mij met een soort van eerbied, dat het een gedenkteeken was van een groot wonderwerk door den Heiligen Hilarius, Bisschop alhier, gedaan. In het begin van de omwenteling was het, hier digt bij staande, om ver geworpen, en nu had men het sedert eenigen tijd weder opgerigt, en in den muur gemetseld.
Johan hoorde zonder ongeduld een laatste sermoen, een klein deur-sermoentje maar, vol liefelijke en lichte dingetjes, gelijk van een chirurgijn, die een patiënt op krukken doorzendt, waarvan hij een been of zoo heeft afgezaagd. Dan stopte pater Hilarius hem een papieren omslag in de hand en fluisterde, half-wegloopend: "Van den prior ... voor het schilderij ... adieu! adieu!"
"Pater Hilarius is vreeslijk mager," dacht hij op slot van rekening, "maar de pater-poortier is zoo vet als een das." Hij kon bijgevolg nogeens zijn eigen buikje zonder voorbarige benauwdheid in oogenschouw nemen en wachtte gelaten de gebeurtenissen af. De klok uit het torentje begon te kleppen. Pater Hilarius verscheen en noodigde Johan Doxa uit om mede in de Kapel lof te hooren.
Er stonden een paar nederige stoelen en aan een witgekalkten wand hing een groote Kruislieven-Heer. Daar liet men hem alleen, ruim drie kwartier-uurs. Hij draaide zijn natten hoed stille in zijne handen. Hij stond in een ring van regendroppen, die gelijk donkere starretjes rond hem waren gespreid. Er walmde een muffe salpetergeur. Pater Hilarius had een streng, doch niet weerbarstig uitzicht.
Toen het schilderij af was, verklaarde Johan Doxa dat de retraite hem voor goed van al zijne slechtheid gezuiverd had en vroeg hij om zijne uiterste biecht te zeggen. Met één woord: hij wilde uit het klooster weg. Pater Hilarius hoorde de biecht, een mooien middag van April, even voor vespertijd.
Een grijze ronde baard, wat stoppelig, omkleurde een mat gelaat waar grauw-groene oogen als dood lagen en dat alleen dan heel sterk bezield werd door den vorm- en schaduw-rijkdom van een geweldigen arendneus. "God zij met u," sprak pater Hilarius, "zijt gij Johan Doxa? Ik ben Hilarius." Johan keek onwillekeurig om. De stem scheen uit de muren te vallen.
Neem tijdelijk afscheid van uwe moeder wat toch heeft eene moeder van een zoon die zelf voor God verloren is? en vertrek van huis. Gij zult in het Franciscaner Klooster van de Miniemenstraat eene heilzame retraite doen. Ga. "Klop nederig aan de groote poort. Het is een heilig huis en pater Hilarius, dien ik gewaarschuwd heb, zal u met medelijden ontvangen. Toef niet.
In de engte gedreven, gaan zij alles van den aanvang af naar waarheid hekend maken, Hilarius het eerst: "Wij hebben", zeide hij, "edelachtbare heeren, onder een boos gesternte, dit noodlottige tafeltje, dat gij ziet, naar het voorbeeld van den drievoet te Delphi, uit lauriertakken samengesteld; en na geheime tooverformulieren te hebben uitgesproken met al het benoodigde gerei de wijding herhaaldelijk naar den ritus te hebben verricht, brachten wij het eindelijk in beweging.
God spijzigt de vogelkens van uur tot uur. Waarom zou Hij u niet spijzigen?" Hij drukte Johan in zijne armen en zegende hem.... Daar stond met zijn zwarten baard en rozig gezicht, de goedige pater-poortier vergeefs zijn best te doen om in de schaduw van pater Hilarius te verdwijnen.
Dagelijks moest hij een apart en stichtelijk sermoontje hooren van pater Hilarius, en hij deed het zooals een zieke de siroopdrankjes van den doctor inneemt. Maar zijn groote vrienden waren de kale pater-hovenier en de haar-rijke pater-hotelier. Den pater-hovenier hielp hij de vele tulpen verzorgen in den zymetrieken tuin. Hij reekte en sproeide en weerde het kleine woekerkruid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek