United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ga niet den kuil in," zoo zeide ze, "Herbert ... want van de witte wiven is nooit iets goeds gekomen." Hij lachte. "Wie weet ... misschien gooien ze mij in mijn hand nog eens goud." "Nee nee Herbert ga nooit weer in den kuil. Ze zijn slecht, de witte wiven." Na dezen volgde hij haar zin.

"Op het oogenblik, dat hij gevaar liep verpletterd te worden, had Herbert in den kuil gezien alles, wat de witte wiven er deden. Ze zaten voor een vuurtje, en daarboven was een groene boomtak, waaraan een vogel hing, netjes geplukt, of het door menschenhanden was geschied. Ze braadden 't vleesch, de witte wiven. 't Was maar goed ook, dat Herbert zijn oogen den kost had gegeven.

Het was nu eerst bekend geworden, al was het een paar maanden eerder geschied. Op een zomeravond kwam Herbert te paard van den hoefsmid. Hij reed op den smallen weg een kolk voorbij. Plotseling vloog een watervogel met luid geschreeuw op. Het paard schrikte, en sloeg aan den hol, rechtrennend naar den Wittewijvenkuil

Veel tijd, om hare verpleegsters in de kunst van het verplegen te onderrichten, had zij niet, want zij moest zich zoo spoedig mogelijk aan boord van het schip begeven, dat haar naar het oorlogsterrein zou overbrengen. Reeds zes dagen na het ontvangen van den brief van Sidney Herbert, zeilde zij uit met 38 verpleegsters, en bereikte zonder tegenspoed het groote hospitaal te Scutari.

»O! voorzeker heeft het niet aan reizigers in de Himalaya ontbroken!" antwoordde Banks. »De gebroeders Gérard de Webb, de officieren Kirpatrick en Fraser, Hogdson, Herbert, Lloyd, Hooker, Cuningham, Strabing, Skinner, Johnson, Moorcroft, Thomson, Griffith, Vigne, Hügel, de zendelingen Huk en Gabet, en later de gebroeders Schlagintweit, de kolonel Wangh, de luitenant Reuillier en Montgomery, hebben na een belangrijken arbeid op groote schaal de orografische gesteldheid der bergketen doen kennen.

En wel toevallig: nog voor haar brief het Departement van Oorlog kon hebben bereikt, ontving zij een schrijven van de Regeering, waarin haar dringend werd verzocht, de leiding van de ziekenverpleging in de hospitalen op zich te nemen. Mr. Sidney Herbert schreef haar, dat zij in de nieuwsbladen zeker wel zou hebben gelezen, dat er in de hospitalen groot gebrek aan verpleegsters heerschte.

"Dan wil ik het gevaar met je deelen. Vroeger hebben wij er bloemen geplukt, Herbert, tot Johanna je vroeg niet meer te gaan. Dacht je, dat ik nu bang geworden was?" Dagen lang van zelfopofferenden strijd hadden zij gekend. Aleid had overwonnen. Ze bakte de geurige Driekoningenkoek, en deed ze in een aarden schotel.

Johanna viel den kranigen ruiter om den hals. "En 't zal over een paar dagen bruiloft zijn," schreeuwde de gelukkige vader, "en ik zal een horlepiep dansen, zooals alleen een soldaat het kan." "Heeft ze je niet geraakt?" vroeg Johanna bezorgd. "Een lichte schram en dan heeft ze me nog wat nagegooid." "Nagegooid?" zeide Scholte. "Laat eens kijken." Ze gingen naar 't erf Herbert lachte.

Hij was als oud soldaat anders niet vooreen klein geruchtje vervaard hij had tegen vele soorten van vijanden gestreden, maar zulk een helsch vuur was er nog nooit over hem uitgegoten. Of hij zich verbeeldde, dat zij, Christine, haar toestemming tot 't huwelijk zou geven van Herbert met haar dochter? Wist hij dan niet, wat Albrecht bezat, en wat hij zou erven?

Herbert Mac Donald Phillpotts, van Kingswear, Devon, en zijn getuigenis betreffende het vervaardigen van dit merkwaardige honinghuisje is boven allen twijfel verheven; maar bovendien draagt het zijn eigen onfeilbaren stempel van echtheid.