Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Met verlangen zagen zij dus, van dat zij Rastadt achter zich hadden gelaten, naar de liefelijke vallei uit, waar "die freundliche Najade die heil'gen Fluthen ausgieszt," en waar honderden baat komen zoeken tegen allerlei kwalen, duizenden tegen de verveling, misschien de ergste en ongeneeslijkste van allen.
PROTEUS. Wees kalm, wees kalm, mijn lieve Julia! JULIA. Ik moet, ik kan er niets aan doen. PROTEUS. Zoodra 't mij moog'lijk is, keer ik terug. JULIA. Is ommekeer u vreemd, te vroeger keert gij. Hier, neem, en blijf uw Julia steeds gedenken. PROTEUS. Dank! maar in ruil, neem dit, en leef in hoop. JULIA. En zegel met een heil'gen kus den koop.
Trekt op! ten strijde voor uw Heer! De Stedehouder Gods op aarde Scheldt hem de zwaarste zonden kwijt, Die optrekt in den heil'gen strijd, Geen aardsche schat heeft hooger waarde. Op dan, ten strijd naar 't Oosten heen! Den dood aan Turk en Saraceen! Wie hier in dienstbaarheid moet sterven En optrekt naar het Heil'ge land, Wordt losgemaakt van elken band, Kan buit en vrijheid zich verwerven.
KNIJP. Gij satan, die in dezen mensche huist, Ik zeg u, wijk voor mijn volheilig bidden, En spoed u heen naar 't rijk der duisternis; Bij alle heil'gen, geef gehoor, ik ban u! ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Zwijg, suffe toov'naar, zwijg, ik ben niet dol. ADRIANA. Ach, waar' dit zoo, gij zwaar beproefde ziel! ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ei, ei, mijn schat, zijn dit uw gasten? spreek!
Sprenkelt, Elfen, op den grond Dezen heil'gen dauw in 't rond; Wijdt er iedre kamer mee Van 't paleis, tot vreugde en vreê: Eeuwig worde, die er woont, Met het hoogste heil gekroond! Flink uw plicht Nu verricht; Treft mij weer bij 't morgenlicht! Heeft dit schimmenspel mishaagd, Denkt dan, dat ge in sluim'ring laagt, En 't u, dan vergeeft gij 't wis, Als gezicht verschenen is.
O, Heere! niet om ons, maar om uw vast verbond En driemaal heil'gen naam, verstopt den lastermond Der Heidenen, die stout en schimpig durven spreken: Is dit 't verkoren volk, 't welk voert het Godd'lijk teeken?
Want God in zijn stoutheid kriegel, Tot elks spiegel, Heeft verstokt zijn steenig hart; Niet, om met een welbehagen Hem te jagen In 's doods strikken al verward; Maar om straffen zijn voorleden Godd'loosheden, En om Israël bekwaam Stof te geven, om te zingen Zonderlingen De Eer van zijnen heil'gen naam. FARAO, de koning.
Integendeel bleef Loth beschaduwd van de vlerken Van 's Heeren Engelen, en Noach van der Arken : Dus bouwt uw hope op hem, die deez' twee heil'gen puur D' een vrijdt van 's waters vloed, en d' ander van het vuur. 't Is al vergeefs gehoopt. Vertwijfelt niet in hopen. Ik zie toch geenen weg tot onz' verlossing open.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek