Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


Eerzucht en hebzucht waren in hem nauw met dweepzieken haat tegen den ketterschen prins verbonden. Hij had er niet op gerekend, dat hij terstond na zijne aankomst bij den prins zou worden geroepen en daarom ook niets voor zijne vlucht, na het plegen van den aanslag, in gereedheid gebracht.

Immers onder Gulzigheid, Drankzucht, Wellustigheid, Hebzucht en Eerzucht verstaan wij niets anders dan een onmatige liefde of begeerte tot zwelgen, drinken, bijslaap, rijkdommen en roem. Overigens hebben deze aandoeningen voorzoover we ze alleen ten opzichte van het voorwerp waarop zij betrekking hebben, van andere onderscheiden, geen tegengestelden.

Door louter hebzucht gedreven, hij zich zijn vaderland te verraden. Danken wijten. Iemand of iets als de oorzaak van een of ander beschouwen. ~Danken~ heeft betrekking op iets goeds of aangenaams, ~wijten~ daarentegen heeft een ongunstige beteekenis. Ik heb u mijn bevordering te ~danken~. Zijn armoede heeft hij zich zelf te ~wijten~. Vele huisgezinnen hebben hun ondergang aan den drank te .

Fogg keerde daarop tot den inlander terug, wiens kleine oogen, die glinsterden van hebzucht, genoeg bewezen dat het slechts eene quaestie van geld was. Achtereenvolgens bood Fogg hem 1200, 1500, 1800, eindelijk 2000 pond. Passepartout, gewoonlijk vuurrood, werd bleek van ontroering. Voor 2000 pond stond de inlander zijn olifant af.

Tegen deze allegorische personen trachtten de Ondeugden, zooals de Hebzucht, de Leugen, de Nijd en anderen den strijd aan te binden, maar zij moesten natuurlijk het onderspit delven. Zulke vertooningen droegen den naam van Zedespelen of Moraliteiten.

Evenzoo verhindert hij kindermoord, zoodat hij, trots zijn willekeur, zijn hebzucht en wreedheid, over het geheel voor den stam zegenrijk werkt.

In korten tijd joeg hij hem zulk een vrees aan, dat de brave man hem met een goede hoeveelheid der genademiddelen van Johannes Goudmond de handen wou zalven. Dit hielp veel voor de ziekte der hebzucht van de geestelijken en speciaal voor de Minderbroeders, die geen geld mogen aanraken, opdat hij barmhartig jegens hem te werk zou gaan.

Malen wij hem, blijde Om veelheid van stof, Op vroolijken steen. Grotta Savngr. Maar toen Menia en Fenia gaarne wat zouden gerust hebben, beval de koning, wiens hebzucht was gewekt, haar door te werken.

Bij de ellendigen: de hebzucht, de afgunst, de vijandschap van anderen te zien genieten, de ruwe handelingen van den diermensch ter bevrediging zijner lusten, de harten vol nevels, treurigheid, behoefte, rampzaligheid, de onreine, domme onwetendheid. Moet men bij voortduring de oogen ten hemel slaan? Is het lichtpunt, dat men er onderscheidt, een derzulke die uitgaan?

Verblijd u, Murad Habulam, zeide ik, dat ik het ben, die u de straf oplegt. De honderd zullen zóó zijn, alsof het er duizend waren. Dat zal uw ziel van heel wat zonden ontlasten. Barmhartigheid, genade, smeekte de oude. Ik wil de slagen afkoopen. Afkoopen? lachte Halef. Gij steekt er den gek mee! De gierigheid is uw grootvader en de hebzucht is de moeder uwer voorouders. Neen, neen!

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek