United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Juist," vond Barbicane. »Maar wij zijn vertrokken den 1sten December 's avonds te 10 ure 46 minuten 44 seconden, en moeten dus den 5den te middernacht ter plaatse van onze bestemming komen juist op het oogenblik van Volle maan. Wij hebben nu den 5den December. Het is halfvier in den namiddag en wij hebben nog acht en een half uur om ons aan het einde van den tocht te brengen.

Zij rilde, niettegenstaande de drukkende benauwdheid van het gesloten vertrek, en hulde zich in een grijzen wollen peignoir. Toen trok ze een valgordijn op en zag naar buiten, in de vale lichtheid van den morgen. Het was halfvier en de haan kraaide en andere hanen kraaiden terug. De dwarreling harer fantazieën bedaarde in die bleekte van de ochtendschemering.

En daar van slapen toch niet komt op die ongemakkelijke legerstede, zijn wij maar blijde, als we om halfvier 's morgens reeds weer worden gewekt om de reis voort te zetten. De tweede, derde en vierde reisdag gaan op dezelfde wijze voorbij. Maar gedurende den laatsten dag van onzen tocht zien wij, als een schilderachtige tooneeldecoratie, het hoogste gebergte ter wereld, na den Himalaya, oprijzen.

Dat zegt ge maar, omdat ge een Engelschman zijt, antwoordde Mattia, en ge houdt van die leelijke zee, omdat zij aan uw land behoort. De boot naar Londen vertrok den anderen morgen vroeg, te vier uren; tegen halfvier waren wij aan boord en wij zochten eene plaats achter eenige kisten, waar wij tegen den wind beschermd waren, die uit het noorden woei en koud en vochtig was.

Ik word knorrig, wanneer ik sommige lieden zie, die, wanneer zij te vijf uren hier of daar ten eten verwacht worden, reeds te halfvier uit hun partijtje loopen en naar huis gaan om zich te kleeden, zonder dat men aan hun toilet iets bespeuren kan, dat zulke zorg vereischte, maar ik spring uit mijn vel, wanneer ik, na tien minuten aan het bureau der diligence doorgebracht te hebben, op het oogenblik dat alles opgepakt is, terwijl de wagenknecht den laatsten lederen riem van het overtrek door den gesp haalt en de conducteur zich gereed maakt om op te stijgen, dezen of genen mijner vrienden aan het eind der gracht, met den bedaardst mogelijken stap, als had hij nog uren den tijd, zie aanwandelen, zonder dat het geroep van: "komaan, Mijnheer! wij moeten voort!" eenige versnellingen in zijne bewegingen kan teweegbrengen.

Het was ongeveer halfvier uren toen ik van mijn reisgenooten afscheid nam. Het was echter niet heelhuids, dat ik de stoomboot verlaten mocht.

't Sloeg ter-nauwer-nood halfvier, toen-i zich alweer 'n weg baande door de stokvischbeukery en langs de olievaten, en 'n oogenblik daarna stond-i hygend en dienstbereid op 't kantoor. Buiten den ons reeds bekenden stank en de naakte Merkuriussen, vond hy daar niemand ... ja toch, daar hingen de zoldersleutels! Eén keep: éérste zolder, twee keepen: twééde zolder!