Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 oktober 2025


De knechten die tot het Huis van Graaf Gwyde behoorden, kon men gemakkelijk uit de anderen kennen, want hun rechterzijde was gewaterd zwart en hun linkerzijde goudgeel. Enigen waren purper en groen, anderen rood en blauw, volgens de wapenkleuren hunner meesters. Eindelijk volgden de jagers en valkeniers.

In die akelige toestand bidden zij de heer Gwyde, in het bijzonder, en hun vrienden van Brugge in het algemeen, om hulp, hopende dat zij geen dag langer zullen wachten om hun benauwde broeders te gaan verlossen. Dit is hetgeen de goede lieden van Kortrijk u doen zeggen."

Philippe le Bel wandelde heen en weer door de zaal met zijn zoon Louis Hutin . Achter hen volgden veel Franse heren, onder dewelke er een was, die dikwijls in de samenspraak des konings deelde. Deze gunsteling was Mijnheer De Nogaret, die de Paus Bonifacius, op bevel van Philippe, dorst vangen en mishandelen . Zodra Gwyde aangekondigd werd, week de Koning tot bij de troon, maar klom er niet op.

De jonge Gwyde was in de voornaamste steden van West-Vlaanderen met blijde toejuichingen ontvangen geweest; zijn tegenwoordigheid had er velen moed gegeven, en tot de verdediging des Vaderlands aangepord: op dezelfde wijs had Adolf van Nieuwland de mindere vlekken bezocht om het volk te wapen te roepen. In Kortrijk lagen bij de drieduizend Fransen onder het bevel van de Kastelein van Lens.

Gedurende die tijd was Gwyde achter de slagorde geraakt, en van zijn bedwelming teruggekomen, met angst bemerkte hij de toestand zijns redders, en een ander zwaard vattende, kwam hij hem terzijde en begon opnieuw te vechten.

Gwyde en Arnold van Oudenaarde met nog enige der moedigste Vlamingen hadden hem van nabij gevolgd. Hij poogde in die verwarring de groene veder van Adolf van Nieuwland bij de Standaard te ontdekken, doch tevergeefs; het scheen hem echter na een ogenblik dat hij dezelve wat verder tussen de Vlamingen ontwaarde.

Adolf van Nieuwland was alleen met Gwyde en zijn vaandrager blijven staan, zodat zij van het leger gescheiden waren en een gewisse dood te verwachten hadden.

"Mijne heren, nu kunt gij naar uw mannen teruggaan," sprak Gwyde. "Wij hopen dat gij deze avond in onze raad komen zult; wij moeten met u een langer gesprek hebben. Doet nu uw benden naar de legerplaats weerkeren."

Zegepralende vijanden omringden de rampzalige Landheer, en echter kon de wanhoop in zijn hart geen plaats vinden. Nevens hem stapte Charles de Valois, de broeder des Fransen Konings. Hij redeneerde driftig met de oude Gwyde, doch het scheen dat deze in zijn gezegde niet stemde.

Het betaamt niet dat een Man zo lang zonder weerwraak getergd worde. Ik heb het harnas aangetogen en nu blijft het aan mijn lichaam, tot de dag der verlossing; ik vecht met mijn neef Gwyde en wil van geen uitstel horen."

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek