Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
En nu, goede reis mijnheer en mevrouw Van Guntheim; blijft niet al te lang uit, want papa Prevost, die nooit meer ten tooneele zal verschijnen, weet met zijn leegen tijd geen raad.
"Ah, dat is wat anders!" hernam Van Guntheim, die nu eenmaal als verdediger der Prevosten was opgetreden: "Wat ú niet zou voegen, 't kan daarom voor een meisje van burgerlijke afkomst zeer wel te doen zijn. 't Zou zeker juffrouw Justine noch hare zuster Charlotte behagen modiste te zijn, en toch zullen er zeker een aantal degelijke meisjes onder dat volkje gevonden worden.
"Met uw welnemen mevrouw," sprak Van Guntheim, die zich niet kon verklaren, hoe de dame zoo weinig medelijden toonde: "mij dunkt dat het in ieder geval raadzaam zou zijn uw dochter naar bed te brengen, en spoedig een dokter te laten komen; immers men kan niet weten....?" "Is het al laat?" zei mevrouw, zich bedenkende. "Zeven uur," antwoordde Van Guntheim.
O God, wat bonst mij het hoofd. O! o! mijn vader, bid! bid!" De zieke zweeg weder, en Van Guntheim hoorde den acteur met een onbedriegelijk gevoel van geloof en vertrouwen bidden: "Notre Père qui es aux cieux" en wat er volgde, maar veranderende het: "Geef ons heden ons daaglijksch brood," in: "Geef mijn dierbaar kind de gezondheid en mij mijn schat weder?"
En hij? Wel, Van Guntheim was natuurlijk in uniform; met de laatste bevordering was hij eerste luitenant geworden, en door de vergunning tot het huwelijk na de onvermijdelijke storting daaraan verbonden gloeide zijn hart, behalve voor zijne bruid, wel het meest voor Vorst en Vaderland.
Wat Van Guntheim en Van Bierenstag betrof, zij waren diep getroffen, en vernamen met blijdschap van hun gastvrouw, dat zij weinig lust gevoelde om "de platitudes die volgen zouden" te blijven bijwonen, waarop mevrouw Van Tal dan ook spoedig met haar gezelschap waaronder Jeantje, die zich niet kon begrijpen dat het al uit was de loge verliet.
De jonker Van Bierenstag was wel is waar van adellijke geboorte, doch behalve zijn traktement als commies bij de registratie, bezat hij weinig of niets; Van Guntheim daarentegen, was het kind van een vermogend koopman, die bij zijn dood den eenigen zoon een zeer aanzienlijk vermogen had achtergelaten.
Van Guntheim was door Justines koude gevoellooze woorden pijnlijk getroffen. "Uw oordeel is bitter hard," zei de officier: "Ik hoop juffrouw Justine, dat u in scherts dat vonnis hebt geveld, want anders...."
Het is om dol te worden!" riep Van Guntheim, toen de dag waarop het huwelijk zou voltrokken worden, verloopen, en de gezegde kwelgeesten voor bruidegoms, nog niet waren aangekomen.
"Breng de juffrouw naar binnen en leg haar op de canapé," zei Van Guntheim tot de vrouwelijke dienstboden, die met heel veel: "Och, heertjes!" en "lieve deugdjes!" zonder hulp te bieden, het kermende meisje beschouwden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek